dinsdag 14 juli 2020

Thuiskomen

Lieve vrienden, 

Eerst zag ik er niets in. Toen iets en opeens meende ik het echt te zien. 
Dit was iets voor mij. 
Uit vrije wil sprong ik in het diepe. 
Ik leerde, ja, dat meende ik echt te voelen. 
Ik ontwikkelde mijn inzichten, dacht ik. 
Ik zag opeens teksten, die ik daarvoor niet zag en las teksten die me boeiden en liet het over me heenkomen. Het gebeurde. Ik ging erin op. Ik dacht bij mezelf te blijven, maar nu weet ik, dat dat niet zo was. Want ik verloor mezelf onderweg. 
Ik ging door en verder en hoefde me zelfs niet meer te verdiepen. Ik kon het. Ik deelde wat ik wist, want dat moest, dacht ik. 

En opeens, na jaren, knapte er iets. Dit was niet mijn eigen ik, maar het was opgelegd, letter voor letter, woord voor woord, zin voor zin, met zorgvuldige teksten erin geslepen. 
En ik was, wie ik moest zijn. 
Niet meer, wie ik wilde zijn. 

Maar door het uiteenspatten van de bubbel, waar ik inzat, was ook het gevoel weg. 
En er was niet eens veel voor nodig om gewoon één keer echt te zeggen wat ik dacht. Te doen wat ik wilde doen. 
Weg!!!!! 
Eruit, opstappen en mezelf herpakken. 

Nu, na een poosje, word ik midden in de nacht wakker en kijk ernaar van een afstand. 
Naar iets, waarvan ik dacht dat het iets voor mij was en dit net zolang dacht totdat ik het ook was. Dat iets, dat ik me eigen maakte, maar dat achteraf een hersenspoeling voor mij bleek te zijn. 

Een leugen. Als je het maar langzaam vertelt. Woord voor woord. Zin voor zin, met rustige stem. Als je het tot je door laat dringen, ga je geloven in een leugen. 

En plotseling prikt iemand de zeepbel kapot. Je stapt eruit en zoekt jezelf. 
Je zoekt degene, die je was voordat je verdronk in de grote pot met bellenblaas. Naar beneden geduwd door iets zwaars op je schouders. 

En langzaam, heel langzaam, voetje voor voetje, stapje voor stapje, 
sla je je eigen pad weer in. 
Het eerste pad is vol met kuilen, maar je neemt de juiste afslag en weet de goede weg weer te vinden. Onderweg sla je hekken achter je dicht. Weer één en nog één. 
En je loopt en je loopt en het pakt je weer beet en je duwt het weg, weg, ver weg.....

Daar aan het einde van het pad ligt het. Daar moet je zijn. 
Daar. Bij jezelf. 
Daar ligt je hart. Je hebt het laten liggen toen je helemaal alleen de sprong in het diepe deed. 
Nu weet je, dat je het bijna weer kunt pakken. 
Je was het niet verloren. Het heeft daar steeds gelegen en op je gewacht. 
Want je hart wist dat je terugkwam. 
Bij degene van wie je houdt. 
Bij degene, die je ooit was. 

Dus volg je hart. Luister naar de woorden die je hart je ingeeft. Hoor wat je hart tegen je wil zeggen als het roept:

Niet weggaan! 

Blijf, blijf hier........

Met vriendelijke groet, 

Rietje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten