woensdag 22 april 2020

Wie blijft die schrijft

Lieve vrienden,

Gisteren zat ik naar DE persconferentie te kijken.
Wat heb ik toch een respect voor Mark Rutte. Ik hoorde aan hem een Beatrix zucht ontsnappen. De zucht die zij slaakte na de aanslag op de koninklijke familie in Apeldoorn.

Je zult het maar moeten vertellen. Dat er nog bijna geen lucht komt voor de ondernemers, de economie. Dat er nog steeds heel weinig verruiming van de maatregelen is.

Toen ik Mark hoorde spreken, rolden spontaan de tranen over mijn wangen.

We zullen ermee moeten dealen. Ik maak me zoveel zorgen om de kleine zelfstandigen. Ik koop gewoon bij de slager, bakker, de veel te dure groentenman, enz. Wij kunnen ons dat nog veroorloven.

Maar oh, wat heb ik te doen met zoveel landgenoten, die het vreselijk moeilijk hebben. Ik zou zo graag een heleboel aanschaffen, maar waarvoor? Waarheen ga ik dan in mijn nieuwe jurk? Er worden al leuke grapjes over gemaakt. De vuilnisbak buiten zetten ofzo..

Wat kunnen we doen? Ik hoorde zeggen: u wacht een oefening in soberheid. Het risico is te groot om de regelgeving verder te versoepelen.

Dag evenementen, dag voetbal, dag etentje, dag feestjes, dag vakantie. Daaag!

Zou iemand al stiekem een sommetje in het klad gemaakt hebben, wat het virus gaat kosten? Gewoon een kleine begroting gemaakt?
Weten we dan ook hoeveel levens er gered zijn door al deze maatregelen? Dus wat een mensenleven nou eigenlijk echt waard is?
Niemand zal het ooit hardop durven zeggen, denk ik.

Ik las in de krant, dat de kans om gewoon dood te gaan, voor iemand van mijn leeftijd nog steeds vele malen groter is, dan de kans om te overlijden als gevolg van het virus.

Hoe egoïstisch het ook is, ik ben dankbaar voor de nog geldende voorzorgsmaatregelen. Buiten de poort voel ik me tamelijk ongemakkelijk.
Want het zal je maar gebeuren.
Gelukkig hoef ik niet aan het werk of ergens heen.

Zolang ik thuis blijf, ben ik veilig en dat blijf ik graag nog even.
En ik zal het voor vandaag omkeren: wie blijft, die schrijft.

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder

Geen opmerkingen:

Een reactie posten