Lieve vrienden,
Gisteren gingen we even naar de banketbakker in Castricum.
We reden door de tuinderijen van Heemskerk, om wat bloemen en eieren te kopen.
Het was opvallend druk. Fietsers, auto’s, spelende kinderen, wandelaars. Het zag eruit, alsof iemand heel hard geroepen had, dat het weer mocht....
In Castricum aangekomen ben ik maar in de auto gebleven en ging mijn man naar de banketbakker. Daar hoort ook een ijssalon bij.
En bij beiden hoort een groot terras. Daar zijn de stoeltjes opgestapeld, maar er is wel een muurtje.
Klanten gingen gewoon een ijsje kopen op anderhalve meter afstand en gingen daarna het ijsje opeten, naast elkaar op het muurtje zittend.
In de auto vroeg ik mij af, of ik nou zo een gek mens ben, omdat ik er echt bij vandaan blijf. Het zal wel.
Ik zie aan het straatbeeld niets vreemds meer. Het is net alsof er geen Corona is. Toch zijn de cijfers nog niet heel goed.
Uit mijn hoofd vertrekt het virus nog lang niet hoor.
Gisteren moest ik naar de pijnpoli. Als je weet, wat daar allemaal gedaan werd, voordat ik naar binnen mocht...
M’n pasjes op tafel leggen en laten controleren en ze oppakken en weer opruimen, handen ontsmetten, handschoenen aan, mondkapje voor, schoenzolen laten ontsmetten, ja echt!
Vervolgens in een rolstoel plaatsnemen met de voetensteun omhoog. Zo werd ik de kliniek ingereden.
Daar werd ik ontvangen door drie vermomde dames en moest ik plaats nemen op een volledig met celstof afgedekte behandeltafel.
Was nog wel even lastig om erop te gaan liggen, want ik moest voelen waar de tafel was en waar niet. Zo kun je toch een aardige noodlanding maken.
“Mevrouw, u ligt uit het lood”.
“Ik ben uit het lood”.
Dat konden ze natuurlijk niet zien, omdat ik binnen gereden was en niet binnen gelopen.
Na een injectie in de rug, werd de hele film teruggespoeld, tot aan de lift. Er lag een brief met daarop aanwijzingen en een afspraak voor me klaar. Die mocht ik zelf pakken.
De handschoenen in een afvalbak, het mondkapje mocht ik houden.
Jippie, als het zover is, mag ik met de trein mee.
Wat een contrast met de ijsboer vandaag.
Wat zou er gebeuren als de regels iets minder strak worden? Dan gaat iedereen weer gewoon los. En dan denk ik dat er een splitsing tussen waaghalzen en bangerds zal zijn. Een beetje zoals het nu is. Maar dan veel extremer.
Ik moet me maar langzaam gaan voorbereiden op iets minder bang. Voorlopig moet er echter nog heel wat water door de zee gaan, voordat ik dicht bij iemand in de buurt kom. Laat staan me in een gezelschap begeef.
Ik hoor namelijk bij de bangerds. Eens zal dat wel slijten, maar zover is het bij lange na niet.
En of de injectie helpt? Nog niet, maar hij krijgt nog een paar weken de tijd.
Met hoopvolle groet,
Rietje Stelder
Geen opmerkingen:
Een reactie posten