Lieve vrienden,
Terwijl ik dik tweehonderd van deze hersenspinsels dagelijks onder jullie ogen geschreven heb, zijn er toch verschillende columnisten in de dagbladen, waarvan ik me iedere keer weer afvraag hoe ze het verzinnen. Vooral nu, tijdens deze Corona periode. Het gaat erover en ook weer niet.
Zij schrijven over de randverschijnselen en gevolgen van de crisis.
Vol bewondering of verwondering, lees ik vele columns.
De één is grappig, de ander kritisch, weer één sarcastisch en één persoon, slaat met de kundigheid op journalistiek en wetenschappelijk gebied telkens weer de spijker op z’n kop.
Zo knap vind ik het, om in een column een wantoestand aan de kaak te stellen, zonder dat letterlijk te doen.
Want wat is het verschil tussen een kerk vol mensen en een theater vol mensen.
Juist, de grondwettelijk vastgelegde vrijheid van geloofsbelijdenis.
Sommige mensen geloven heilig in de waarde van het theater, maar dat staat niet vermeld in de grondwet.
Respectvol man en paard noemen, terwijl je zelf een heel andere godsdienst belijdt. Dat vind ik knap!
Zonder iemand te kwetsen, schrijven ze precies op, wat ik ook zo graag zou willen doen.
Echter, ik heb alle kennis van zaken niet. En al had ik die, dan zou ik het niet kunnen.
Zo word ik dagelijks heen en weer geslingerd tussen de speedboot van de koning en mijn voetbalclub en de kerk in een streng religieus dorp en het al dan niet verplicht stellen van een mondkapje.
Mijn schrijfsels kunnen niet in de schaduw staan van die van het journaille.
Een hele diepe buiging maak ik voor alle columnisten.
Een scherp artikel schrijven over iets, dat volledig tegenover jouw eigen geloof en inzichten staat, zonder iemand te beledigen, nee zelfs een groep te prijzen, hoewel je het er absoluut niet mee eens bent, vind ik zo knap.
Daar neem ik heel diep mijn hoedje voor af.
En degenen die mij goed kennen, weten dat dat een bruine, zwarte gestippelde of één met panterprintje kan zijn.
Met hoopvolle groet en blijf gezond,
Rietje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten