woensdag 27 mei 2020

Groene Vingers

Lieve vrienden, 

Groene vingers, ik heb ze niet. 
Mijn hele leven heb ik, tot mijn schaamte, alle planten in ons huis het loodje laten leggen. 

Te veel water, te weinig water, geen water. Ach ach, wat hebben ze het altijd geleden bij mij. 

Dit komt omdat ik niet van scherpe planten hou. Zoals cactussen, sanseveria’s, enz. Deze zijn wel makkelijk te onderhouden. Scherpe planten horen naar mijn mening, bij scherpe mensen. Als ik ze krijg, doe ik ze weg. Meteen. 
Hoewel ze even kort in de mode waren, zijn ze al snel weer uit de gratie geraakt. 
Ik vind ze ook niet mooi. Er gebeurt niets mee. Ja soms een bloem in een afzichtelijke kleur. 

Geef mij maar varens, Meulenbeckias, Kindje op moeders schoot, Asparagus, Slaapkamergeluk... Ach, heerlijke lieflijke plantjes. (Alsof ik zo lieflijk ben;))

In mijn uitbouw staat een Yucca. Zo een scherp loeder, heel groot, zwaar en bijzonder decoratief. Ik vind hem niet mooi!!!!! Maar goed, hij mag blijven. Ondanks het feit dat hij bijna een kamer vullend programma doet. 

Manlief is nu al vier jaar chef groenverzorging hier in huis. Die man kan alles. Echt. 
Af en toe zeg ik: “Laat je handen eens zien?” Krijg ik steevast het antwoord: “Ik mankeer toch niks aan mijn handen?” “Ja hoor, groene vingers”.

Zelfs de lidcactus, die ik jaren geleden van m’n hulp kreeg, bloeit als geen ander van die soort. Terwijl ik haar een plek achter het gordijn gegeven heb. Ik wil die plant niet zien, maar kan haar niet wegdoen, vanwege mijn hulp. Dus in het strafhoekje. Had ze maar geen cactus moeten worden. 

Alles wat manlief op groengebied aanraakt groeit en bloeit, dat het een lieve lust is. 
Ik ben trots op die man. Echt. Een lust voor het oog, zijn planten. Overal in huis. 

Maar ook de potplanten in de tuin. De Geraniums bloeien al voor het derde jaar, zonder ze binnen te zetten in de winter, zo fraai en rijkelijk, dat we er soms achter gaan zitten en ik tegen hem zeg: “Zit toch wel lekker zo, want wat zijn ze prachtig!”

Liefdevol verzorgt hij de planten, soms roept hij ze tot de orde en krijgen ze een knipje met een schaar. Of hij zegt dat ze zo mooi is, die plant dan hè. 

Hij streelt ze met zijn gietertje, dat ik er bijna dorstig van word. 
Ja ik bof. Mijn man heeft groene vingers. 

Maar laat hem geen aardappelen koken. 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder

Geen opmerkingen:

Een reactie posten