zondag 31 mei 2020

Spelen met Taal

Lieve vrienden,

Een mail van een vriendin, bracht mij zomaar bij de, door Kees van Kooten geschreven verhalenbundel “Levensnevel”.
Autobiografische verhalen over het ouder worden van de schrijver. 
In deze bundel diepte hij in chronologische volgorde verhalen op uit het verleden en het heden. 
Een boeiend boek, mede door de schrijftaal. Lief door Kees opgeschreven. Niet scherp, maar met het ouder worden ook milder geworden. 

Ooit hoorde ik de schrijver uitleg geven over de titel van het boek. Levensnevel. Een palindroom, dat van voor naar achter en van achter naar voor hetzelfde woord laat lezen. 

Zoals de mooie herinneringen aan het verleden net als de bange verwachtingen over de toekomst, van voor naar achter en andersom, in een nevel gehuld lijken te zijn. 

Het Palindroom, waar mijn vriendin over schreef is een boeiend fenomeen in onze taal. 

Zij noemde als voorbeelden: parterretrap en meetsysteem. 
Je kunt zelfs een zin maken met het palindroom. 
Nelli plaatst op ‘n parterretrap ‘n pot staalpillen. 

In andere talen bestaat dit fenomeen ook. 

De Duitsers noemen de woorden: retroworter. 
Zonder umlaut en daarom ook beide kanten op te lezen. Goed gevonden door onze oosterburen. 

Ach, taal en taalgebruik. Spelen met taal, de verloedering onder invloed van de, door de jeugd, veel gesproken straattaal. En veel gebruikte uitdrukkingen, overgenomen door medelanders en hun toch andere gebruik van onze taal. Heerlijk. 
Zoals Paulien Cornelisse het beschreef in haar kostelijke boek: Taal is zeg maar echt mijn ding. 

Weer iets geleerd vandaag? 

Taal, ik hou er zo van. 

Spreuk van de dag: Wees de reden dat iemand glimlacht vandaag. 

Met hoopvolle groet en dank voor het idee aan vriendin, 

Rietje Stelder

zaterdag 30 mei 2020

Luilak, beddenzak

Lieve vrienden, 

“Luilak, beddenzak je hebt vannacht in bed gekakt. 
Negen ure, half tien, heb nog nooit zo’n luilak gezien”.

Dan werd er op de deur geslagen, gebonkt of ergens mee gerammeld. 
Vandaag is het Luilak, de zaterdag voor Pinksteren. 
Vroeger feest, later een nachtmerrie en volgens mij wordt het tegenwoordig niet meer gedaan. Niet in mijn straat in ieder geval. 

In Amsterdam haalde ik kattenkwaad uit. 
In de portieken op de beletages bonden we met een touw de deurknoppen aan elkaar. Dan kon men van binnenuit de deur niet meer openmaken, om de speld te verwijderen, die we zodanig tussen de bel geplaatst hadden, dat de bel bleef gaan. 
Ja, je moest de avond van tevoren de bel uitzetten, maar vergeten, dus eigen schuld. 

We reden met blikjes achter de fiets rondjes om het blok. Of maakten met toeters en pannendeksels lawaai.
En dan haalden we om 7 uur warme luilakbollen halen bij de bakker op de hoek. Dat waren een soort mini vloerkadetten. Thuis werden die gegeten met roomboter en bruine suiker. 
Heerlijk, die warme bollen. 

Toen ik wat ouder werd, werd de sfeer grimmiger en moest er dikwijls brand geblust worden, omdat er iets in de fik gestoken was. Niet door mij hoor, maar ik stond er wel bij. 
Toen werden er ook politie charges uitgevoerd, waar de honden geen brood van lusten. Moet je nu mee komen. Nu mogen de BOAs niet eens een wapenstok gebruiken. 

De lol was er toen af voor mij en toen ik naar Beverwijk verhuisde werd Luilak een nachtmerrie. 
Daar had men de gewoonte om de huizen te bekogelen met eieren. Met pakken frituurvet op de ramen te tekenen en als je heel erg pech had, met vetkrijt, schuttingwoorden op de gelakte voordeur te schrijven. 
Dat ging er nooit meer af. Pas als de deur geschilderd was. 

Meerdere zaterdagen voor Pinksteren heb ik huilend de boel schoon staan te maken. 
Mijn zoon vond luilak vreselijk en heeft het nooit gedaan. 
Gelukkig zijn de kinderen van nu er ook niet meer voor te porren. 
In de grote steden zijn nog geregeld rellen. 
Maar bij ons is de rust weergekeerd. 

Luilak, beddenzak... ik heb me nog een keer omgedraaid. 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder

vrijdag 29 mei 2020

Een zonnige dag

Lieve vrienden, 

Na het sturen van mijn stukje over de spreekwoorden, kreeg ik dusdanige reacties, dat om half tien de tranen al over m’n wangen liepen van het lachen. 

Mijn vriendin stuurde mij 6 pagina’s met Antilliaanse spreekwoorden. De inhoud houd ik nog even voor me. Die komt nog wel. 
Mijn neef stuurde mij een verhaaltje over een liedje, dat hij op school leerde en verkeerd verstaan had. Zijn moeder vond de veranderde tekst zo leuk, dat hij dit altijd op verjaardagen moest zingen. 
Stokbrood heet in zijn gezin stofbrood. 

Vroeger kwam bij mijn schoonmoeder altijd een kruidenier aan de deur met een boodschappen boekje. Hij schreef de bestelling op, terwijl mijn schoonmoeder de benodigde boodschappen opsomde. Steevast eindigde hij met: 
Nog woelewippertjes of woelewappertjes? Slootkantenkruid? 
Ach ja, dat is nu bij mij ook de slotvraag bij het schrijven van een boodschappenlijstje. 

Het prachtige weer en de slappe lach, gaven mij zo een zonnig humeur dat ik m’n knalgele jurk uit de kast gehaald en aangetrokken heb. 

In m’n knalgele jurk las ik in de krant een interview met Carry Slee. 
Hierin vertelde ze, dat ze alle Cd’s heeft van 
Cesaria Evora, omdat ze zo van haar warme stemgeluid houdt. En dat dit stemgeluid haar in een tropische sfeer brengt. 

Nu kende ik het stemgeluid van deze zangeres, geboren op de Kaapverdische eilanden niet, maar met de hedendaagse techniek van Sonos en YouTube, kun je het snel opzoeken en luisteren. 

Op YouTube zag ik haar in duet met een andere zangeres, Dimitra Galani, een dame met mijn postuurtje. De levensgenieters van deze wereld zal ik maar zeggen. 
Het zwoele stemgeluid van Cesaria en Dimitri, vulde al snel de kamer en in mijn gele jurk, maakte ik een klein dansje op de langzaam swingende muziek. 

Heerlijk, heerlijk... 

Hopelijk blijft deze dag, zoals hij begon. Zonnig en met een goed humeur. 
Dat hoop ik echt, want mijn moeder zei altijd: 
“Vogeltjes, die zo vroeg zingen, zijn voor de poes”.

Als we maar niet van de regen in de sloot raken, zodat we met de arm in de nutella moeten. 

Met zonnige, hoopvolle groet, 

Rietje Stelder

donderdag 28 mei 2020

Spreekwoorden

Lieve vrienden, 

Spreekwoorden. In onze taal hebben we er vele en ik gebruik ze eigenlijk best vaak. 
Gieren kan ik om verkeerd uitgesproken spreekwoorden. Verhaspelde, gehusselde spreekwoorden. 

“Verspreeksgezegswijzen” worden ze genoemd. 

Ach wat maken mensen er soms een potje van. Vaak heel bewust, soms ook helemaal per ongeluk. 

Een hele grappige vind ik: 
“Hij heeft de kok horen fluiten, maar hij weet niet waar de lepel hangt”. 

Of “Met de kippen op de stok slaan”. 
En “Met een kater naar de boom kijken”.
Je zou deze spreekwoorden zomaar kunnen horen in het tv-programma First Dates. 

Over tv-programma’s gesproken. Zojuist keek ik tussen de bedrijven door naar 
Mijn stad, ons dorp. 

Wat een leuk programma. Twee stellen ruilen met elkaar van woonplaats. Het ene stel komt uit een dorp, het andere uit de stad. 
Zij maken kennis met elkaars woonomgeving, gewoontes, vrienden en levensstijl. 
In de aflevering die ik net zag, ruilden een moslimpaar uit de stad met een boeren stel uit een dorp. 
De boeren hadden het best moeilijk met de stad, maar de moslims pasten zich eigenlijk redelijk goed aan op de boerderij. 
De boeren waren verbaasd hoe goed de Marokkanen Nederlands spraken en vonden de gewoontes van de moslims heel apart. 
De moslims waagden zich zelfs aan koemuniceren, ofwel koe knuffelen. Terwijl het vrouwtje hoogzwanger was. 
Respect voor deze moslims hoor. 
De boeren zouden niet willen ruilen, maar de moslims willen best nog een weekje op de boerderij vertoeven. De moslims zijn duidelijk veel flexibeler dan de boeren. 

Ik zal er nog maar een spreekwoord tegenaan verbasteren. 
Oostwest, thuis is ook niet alles. 

Het is een leuk programma, waarin de mensen niet in de maling genomen worden en iedereen in z’n waarde gelaten wordt. 
Wat mij betreft een aanrader. 

Een programma waarmee wij niet om de luren geleid worden. 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder. 

woensdag 27 mei 2020

Het nieuwe normaal?

Lieve vrienden, 

Nederland gaat weer los hoor. Alsof er niks gebeurd is. 

Ik had een afspraak bij de kapper. Kom daarbinnen en zie, dat er inclusief personeel 10 mensen binnen zijn. In een veel te kleine ruimte... Personeel zonder mondkapje, ja onder hun neus. Zinloos!!!!

Dus zei ik: “Er zijn te veel mensen binnen”. “Ja maar, die dames wachten om opgehaald te worden”. 

Op het plein voor de deur is een bankje van de gemeente. Heerlijk in de zon. 
Ik heb gevraagd of deze dames niet buiten kunnen wachten. 
Dat gebeurde, maar ik bleef het te druk vinden. 

Plotseling vraagt een klant of ze naar het toilet kan. Het staat in hun regels, geen gebruik van het toilet. Maar de mevrouw ging toch... 
Mijn kapper zei toen, dat hij zondag in de Bijenkorf was en de toiletten daar ook afgesloten waren. 

“Wat moet je nou in vredesnaam in de Bijenkorf????“ “Nou, ik verveelde me, maar het was niet gezellig. Weinig mensen in Amsterdam. Kon wel overal parkeren”.

Ja, dat haalt je de koekoek. Als de Corona niet naar jou toe komt, ga je het toch gezellig halen bij de Bijenkorf? 
Beetje dom? Mwah!!!!

Ik overweeg om m’n haar maar weer zelf te doen. Want volgens mij, ben ik nog niet klaar voor de leefstijl van mijn kapper. 
De hele dag was ik een beetje chagrijnig erdoor. 

Gelukkig was het bij mijn pedicure heel schoon. Spatschermen en alles op afstand. Echt keurig. Ze is zelf 73 en altijd heel precies, dus dat zit wel snor. 

Maar de nieuwigheid van desinfecteren en afstand is er een beetje af en we zullen het ermee moeten doen. 
Vraag me af hoe het volgende week gaat, als de terrassen weer opengaan en de middelbare scholen weer starten. 

Het nieuwe normaal is zo normaal nog niet. 

In May it goes away, but remember, it returns in September….

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder

Groene Vingers

Lieve vrienden, 

Groene vingers, ik heb ze niet. 
Mijn hele leven heb ik, tot mijn schaamte, alle planten in ons huis het loodje laten leggen. 

Te veel water, te weinig water, geen water. Ach ach, wat hebben ze het altijd geleden bij mij. 

Dit komt omdat ik niet van scherpe planten hou. Zoals cactussen, sanseveria’s, enz. Deze zijn wel makkelijk te onderhouden. Scherpe planten horen naar mijn mening, bij scherpe mensen. Als ik ze krijg, doe ik ze weg. Meteen. 
Hoewel ze even kort in de mode waren, zijn ze al snel weer uit de gratie geraakt. 
Ik vind ze ook niet mooi. Er gebeurt niets mee. Ja soms een bloem in een afzichtelijke kleur. 

Geef mij maar varens, Meulenbeckias, Kindje op moeders schoot, Asparagus, Slaapkamergeluk... Ach, heerlijke lieflijke plantjes. (Alsof ik zo lieflijk ben;))

In mijn uitbouw staat een Yucca. Zo een scherp loeder, heel groot, zwaar en bijzonder decoratief. Ik vind hem niet mooi!!!!! Maar goed, hij mag blijven. Ondanks het feit dat hij bijna een kamer vullend programma doet. 

Manlief is nu al vier jaar chef groenverzorging hier in huis. Die man kan alles. Echt. 
Af en toe zeg ik: “Laat je handen eens zien?” Krijg ik steevast het antwoord: “Ik mankeer toch niks aan mijn handen?” “Ja hoor, groene vingers”.

Zelfs de lidcactus, die ik jaren geleden van m’n hulp kreeg, bloeit als geen ander van die soort. Terwijl ik haar een plek achter het gordijn gegeven heb. Ik wil die plant niet zien, maar kan haar niet wegdoen, vanwege mijn hulp. Dus in het strafhoekje. Had ze maar geen cactus moeten worden. 

Alles wat manlief op groengebied aanraakt groeit en bloeit, dat het een lieve lust is. 
Ik ben trots op die man. Echt. Een lust voor het oog, zijn planten. Overal in huis. 

Maar ook de potplanten in de tuin. De Geraniums bloeien al voor het derde jaar, zonder ze binnen te zetten in de winter, zo fraai en rijkelijk, dat we er soms achter gaan zitten en ik tegen hem zeg: “Zit toch wel lekker zo, want wat zijn ze prachtig!”

Liefdevol verzorgt hij de planten, soms roept hij ze tot de orde en krijgen ze een knipje met een schaar. Of hij zegt dat ze zo mooi is, die plant dan hè. 

Hij streelt ze met zijn gietertje, dat ik er bijna dorstig van word. 
Ja ik bof. Mijn man heeft groene vingers. 

Maar laat hem geen aardappelen koken. 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder

maandag 25 mei 2020

Verf en Penseel

Lieve vrienden, 

Het houdt wat, die Corona tijd. 
Als het dan op zondag ook nog regent, denk ik meteen aan de afgelopen zonnige periode. Want we mogen toch niet mopperen hè. Over het weer bedoel ik. 
Zondagmorgen stond ik iets later op. Waarschijnlijk omdat het donkerder was dan anders. Ik miste het licht van de zon. Gek, dat een mens daaraan gewend raakt. Bijgelicht worden door het zonlicht dat door de kier boven het luik van de slaapkamer valt. 

Ik had me voorgenomen om verf en penseel maar weer eens ter hand te nemen. 
De verf stond al een poos in mijn atelier in het tuinhuis en ik was benieuwd, hoe het vorst en hitte doorstaan had op het beschutte plekje in de tuin. Op een wonderlijke manier, was de verf onaangetast, terwijl alle spullen onaangeroerd gebleven waren gedurende een langere periode. 
Ik had bij mijn spullen altijd mijn penselen en paletmessen in een linnen roletui opgeborgen zitten. Tsja en die was nergens te vinden. In de grote vaas met reserve en nieuwe penselen stond ook net niet het formaat, dat ik wilde gebruiken. 

Eerst m’n kleuren maar eens opzetten en mengen op het palet. Gewoon met m’n vingers. 
Het lukte wonderbaarlijk goed om in één keer de juiste kleur te mengen. 
Even een beetje op het doek aanbrengen.... Voordat ik er erg in had, zat ik te vingerverven. Het werd nog mooi ook. Ik wilde alleen de achtergrond van het portret van mijn hond veranderen. Het was zachtgeel, maar moest “viezig” taupe worden. Van Dijck bruin met Titaan wit. Transparant. 
Toen het toch een beetje vlekkerig werd ben ik weer op zoek gegaan naar mijn rol penselen. Ditmaal vond ik ze wel. 
Ik heb de kleur van de achtergrond een beetje transparant over het portret laten vloeien. Het snuitje komt er mooiere in uit. 
In de smoezelige kleur, is het een schilderijtje geworden dat verbazingwekkend goed in mijn interieur past. Ik heb het in de hal gehangen recht onder mijn “tussenkunstenquarantaine” creatie, die inmiddels van een prachtige lijst is voorzien. 

Zo heeft een middagje werk een bijzonder resultaat gebracht en het tuttige, doch goed gelijkende portretje omgetoverd tot een hedendaags kunstwerkje. Het portretje met de gele achtergrond vertoonde een vals trekje dat mijn hondje niet had. Ook dat heb ik weg kunnen werken. 
Ik ben er blij mee. 
En uh, het penseel voelde weer goed tussen mijn vingers. 
Corona creativiteitsmetamorfoses....
(3x de woordwaarde)
Ach, een mens moet wat. 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder


zondag 24 mei 2020

Kauwende Kauwen

Lieve vrienden,

Allereerst de oplossing van mijn raadseltje. De profieltjes op de achterzijde van het schilderijtje zitten erop gelijmd, omdat je er geen oogje aan kunt maken, want daarvoor is het aluminium plaatje te dun. Het bovenste profieltje hang je over een spijkertje. Door het onderste profiel, blijft het kunstwerkje keurig op dezelfde afstand van de muur. Opgelost! Met dank aan mijn lijstenmaker. 

Natuurlijk heb ik vandaag ook nog een lariekoekje. 

Wij hebben veel aangetaste Buxushagen in de tuin. Kaalgevreten door Buxusrupsen. Vorig jaar zijn er al een aantal hagen verwijderd, maar de nog knap ogende groenblijvers hebben we laten staan. Ze zijn de afgelopen maanden mooier groen geworden en zagen er weer gezond uit. Laat de Buxusmot dat nou ook gedacht hebben.... Lekker jong groen, ik leg mijn eitjes erin om te groeien. 

Nu legt zo een mot ongeveer 500 eitjes, terwijl het beest maar acht dagen leeft. 
Die eitjes worden 4 centimeter lange, felgroene rupsen en deze verpoppen zich in de achtergelaten spinsels. Om zo te groeien hebben ze de lekkere frisse Buxusblaadjes nodig. Daar worden ze denk ik zo mooi groen van, die beesten. Dus vreten ze mijn frisse haag opnieuw rechtstreeks naar een sneue, grauwe takjes haag. 

Volgens Bartjes, eten koolmeesjes deze rupsen graag. Of is de Eikenprocessierups bij deze geel/blauwe tsjilpertjes nou de favoriet? In onze tuin is dat anders. 
Er zijn veel Kauwen bij ons in het groen. Net als de eenden, krijgen ook zij geregeld een broodje van manlief. En ja hoor, bij ons tikt geen roodborstje tegen het raam, maar een kauwtje. 

Nu heeft manlief die Kauw eens vriendelijk toegesproken en gezegd: ”Voor wat, hoort wat!” Dat heeft die vogel goed begrepen en nu komt hij dagelijks voor de vijf uur borrel, oftewel de VUB, naar onze tuin en brengt z’n kornuiten mee. 
Met z’n allen zitten ze op de hagen en consumeren samen de borrelhap van de dag. 

Op de houten bank klemmen ze een rups tussen de klauwen en dan beginnen de Kauwen te kauwen. (Kou is met ou zonder w en kouw betekent: kooi, ja opgezocht!)
Een waar spektakel, een lust voor het oog. 

Ik probeerde er een foto van te maken, maar dan gaan die knapperds spontaan poseren. Rechtop staan. Een poot naar voren, koppie beetje schuin en naar me kijken met draaiende ogen. Als ik wegloop gaat hij weer vlijtig met z’n rups aan de slag, af en toe iets grappigs kraaiend naar z’n kornuiten. 

Voldaan vliegen ze daarna weer weg, de boom in. Dat kunnen ze van mij. Een schuilplaats voor de nacht zoeken bij ons. Mag ik dan bij jou? Tuurlijk!!!!!
Mijn haag zullen ze niet redden, maar schik hebben ze er wel van. En wij ook. 

Kraaiende kauwende Kauwen!

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder 

zaterdag 23 mei 2020

Hakim Ziyech

Lieve vrienden,

Gisteren kregen we een kunstwerk thuisbezorgd. Een schilderijtje met de afbeelding van Hakim, de tovenaar van Ajax. Omdat we trouwe seizoenkaarthouders zijn. 

Het kunstwerk is geschilderd door Piro en persoonlijk gesigneerd door Hakim. 

Nu schilder ik zelf al heel lang, maar ben bijzonder gecharmeerd van dit kleine werkje. Eerst denk je dat het wat naïef geschilderd is, maar als je goed kijkt en dat doe ik met kunstwerken, dan zie je zulke typerende lijnen in het geschilderde lijf. 
De voetballer, Ziyech is zijn achternaam, is afgebeeld van kruin tot hielen. 
In AJAX-tenue en met zijn bekende rugnummer 22. Zijn magere lijf herken je meteen. 
Slungelige benen, armen gekruist boven het hoofd, een Andreaskruis vormend. 
En dit op een effen staalblauwe achtergrond. 

Het kunstwerkje is gemaakt op een aluminium ondergrond en op de achterkant zijn twee roestvrijstalen L profiel strippen gelijmd. 

Daar zit nou mijn probleem. Waarvoor dient dit? Werkelijk ik heb geen idee. Het is waarschijnlijk een ophang systeem, maar waaraan? Waarop?

Het schilderijtje ligt plat op ongeveer anderhalve centimeter van de ondergrond. Een haakje kan nergens doorheen. Ik zie ledverlichting erachter wel zitten. 
Of is het bedoeld voor alle fans, die tijdens de laatste wedstrijden voor de crisis, hun nagels afkloven en met de kale vingertoppen het plaatje niet van de tafel kunnen pakken. 

Morgen ga ik een kunstwerkje van mezelf ophalen, waarvoor ik een prachtige inlijsting gewonnen heb. Voor de creativiteit....

Ik zal het probleem eens voorleggen aan de lijstenmaakster. Wie weet? 

Trouwens, wie het weet mag het zeggen. 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder 

vrijdag 22 mei 2020

Afval Scheiden

Lieve vrienden, 

Eergisteren moesten we een boodschap doen in een naburig dorp. 
Via de doorgaande weg reden we door een ander dorp een poosje achter een vuilniswagen. 
Manlief haalde ooit z’n groot rijbewijs, want hij zei: “Er is altijd werk, al is het achter de vuilniswagen, maar met het groot rijbewijs kan ik tenminste achter het stuur zitten”.

Meneer het Mannetje, stond iedere keer naast de vuilniswagen aanwijzingen te geven. Het was een hoge pief! Veiligheidshelm op, oranje hesje aan en iedere keer maande hij de, achter hem rijdende, auto’s tot stoppen. 

Meneer de Man, die ‘s avonds thuiskomt, z’n dampende voeten, na z’n schoenen net uitgetrapt te hebben, op tafel werpt en uitgeput roept: Vrouw, breng me een biertje. Het was weer druk op de zaak!
“Wij werken voor u, dank voor uw geduld!” stond er achterop de wagen. 
Ja, een verantwoordelijke job heeft deze afvalbegeleidingsmanager. (Scrabble!!!)

Wij hebben in onze woonplaats drie verschillende rolcontainers. Voor het groen, het plastic en het restafval. Zelf scheiden wij nog het papier, dat manlief tot een handzaam pakket bundelt met een touwtje en we scheiden het glas. Loopt aardig op, al die lege waterflessen.......
De groencontainer wordt eens per veertien dagen geleegd, de restcontainer iedere vier weken en de plasticcontainer ook iedere vier weken. 
Het papier, karton en glas brengen we zelf naar een afval inzamel plek. 

Onze zoon woont in dezelfde plaats als wij, maar dan precies aan de andere kant. 
Hij heeft op de hoek van de straat een ondergrondse container, waar behalve glas, alles in gaat. ALLES!!!! Er is ook een groen container, maar omdat bijna alle tuinen dicht gestraat zijn is er weinig groen. Konijnenhok afval, etensresten, groen, kortom alles mag erin. Die containers worden geleegd in eenzelfde vuilniswagen als ons “gescheiden” afval. Gaan ook naar dezelfde verbrander. 

Nou zijn wij behoorlijk netjes met het scheiden, maar soms denk ik weleens: ”ja dáág!” Dan gaat er zomaar iets in een verkeerde bak. Want als je denkt, dat alles op dezelfde hoop belandt, dan ben je weleens ongehoorzaam. 

Nu reden we dus achter, ik zal maar zeggen het kantoor van meneer het Mannetje. De aanwijzert. In dorp H, stonden de grijze restcontainers langs de weg, in dorp C, de groene groencontainers. 

Wie schetst onze verbazing, dat meneer het Mannetje de aanwijzing gaf om in dorp C de inhoud van de groen container, bovenop de inhoud van de restafval container uit dorp H te kieperen. Echt waar, manlief en ik reden er pal achter. 
We zagen het en roken het. Omdat we het roken, maakten we van de eerste de beste gelegenheid gebruik om de vuilniswagen in te halen. 

Het is dat we de afvalbegeleidingsmanager voor vol aanzagen, dus hij zal het wel goed gedaan hebben. Maar persoonlijk zou ik gezworen hebben, dat hij kleurenblind was. Voor een dergelijke verantwoordelijke job, kan kleurenblindheid natuurlijk niet, dus dat zal dan ook zeker niet zo zijn. 

Dus vrouw, geef die man z’n biertje, het was druk op de zaak!

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder


donderdag 21 mei 2020

Ik hou van Holland

Lieve vrienden, 

Wat boffen wij hè. Hier in ons land, waar wij zo een fijn klimaat hebben. 

Aan de kust wonen is heerlijk. Zomers niet te warm en in de winter niet te koud. Wanneer je een tijd in de tropen bent, denk je: oh, weer zon. Hier denken we dat nooit. 

Het weer in ons land is ieder seizoen anders. Natuurlijk is er verschil tussen zomer en winter, voorjaar en najaar. Maar niet zo extreem. Gewoon lekker afwisselend. 

Want het weer verandert per dag. 
We doen de gordijnen open en het is iedere dag een verrassing. En altijd stof om over te praten. Waar zal ik vandaag eens over schrijven? Ach, over het weer. Altijd goed. 

Neem nou Zuidoost-Europa. Boven de veertig graden momenteel. Er is permissie gegeven om de mondkapjes af te laten vanwege de hitte. Dat hebben we hier gelukkig toch zelden, zo een zinderende hitte. Nu is het overal gortdroog, (wat mij verbaast na de natte winter) maar de natuur herstelt zichzelf. 

Als het maar goed afloopt in Griekenland en Israël, met de verspreiding van het virus. 

Ik moet zeggen, ik heb de hele wereld over gereisd, maar woon toch het allerliefste in Nederland. Zwitserland, is ook een fantastisch land, maar te duur om te wonen. 
Gewoon hier in Nederland, is het allerfijnste. 

Misschien is dat ook de reden dat mensen soms gaan zeuren. 
Zeuren om meer. Meer van wat? Volgens mij is het zeuren om te zeuren. 
Er is immers weinig te wensen over in ons land. 

Laten we het afschalen van de Corona maatregelen maar aan de regering overlaten, want we doen het goed, zegt ons aller Mark. Tot nu toe doen de heren deskundigen het prima en hebben ze met alles gelijk gehad. 
We komen eruit. Voetje voor voetje, stapje voor stapje. 

En het zonnetje schijnt voor ons allemaal. Heerlijk toch? 

Ik hou van Holland!!!!!!

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder


woensdag 20 mei 2020

Tolkenwissel

Lieve vrienden,

Met stomheid geslagen was ik. 
Dinsdagavond zat ik, jullie waarschijnlijk ook, naar DE persconferentie te kijken. 

Manlief gaat altijd met z’n rug naar de tv zitten, omdat hij de gebarentolk zo hinderlijk vindt. Hij hoort niet wat er gezegd wordt, als de dame in beeld hevig staat te gesticuleren. 

Eerst stond ze links. Toen konden we nog iets over het beeldscherm hangen. 
Nu staat ze in het midden en kan dat niet meer. Dus de rug toekeren is dé oplossing. 

Het is wettelijk verplicht, om bij dit soort uitzendingen een gebarentolk in te schakelen. Toch vraag ik me af, waarom het niet ondertiteld wordt. 

En nu opeens gebeurde het. Een tolkenwissel. Jaha. Goed gelezen. Tolkenwissel. (Wordfeud/scrabble!!!!!)

Heel Twitter ging los en ik kreeg ook vreemde woordspelingen in het hoofd. 
Wat was er aan de hand? Had ze het uit de hand laten lopen? In de vingers gesneden? De hand overspeeld? Elders de handen uit de mouwen steken? 

Ze kondigde haar opvolgster niet eens aan. In de trant van: ik geef nu de hand aan…Ja, er kwam een blondje. Stak niet eens de hand op, zoiets als: Hi…! 
Ze stond er en liet meteen de handjes wapperen. En ze deed het prima. Denk ik...
Want nu was ook ik echt afgeleid. 

“Sprak” ze anders? Kon men haar net zo goed “verstaan? De wissel vond plaats, omdat het “tolken” met de oren, de handen en de hersens, buitengewoon intensief is, las ik achteraf in de krant. Persoonlijk begrijp ik niets van de gebarentaal. Alleen het woord hamsteren, heb ik de afgelopen tijd geleerd. 

Naar mijn bescheiden mening kan er echt beter ondertiteld worden. Kunnen ze geen verkeerde beweging of obsceen gebaar maken. Dan kan iedereen het “verstaan” en is de gebarentolk niet nodig. Oh? Niet mogelijk vanwege slechtzienden? Die kunnen de gebaartjes toch ook niet zien???? Efficiënter en goedkoper. 

In deze heb ik niets te zeggen. Gelukkig maar. Want ik zou al snel een wegwerpgebaar maken. 
Maar intens blij ben ik met het door mij geleerde harkende gebaar met mijn handen. Twee handen tegelijk. Toe maar!!Lekker hoor. 

Hamsteren!!!!!!!

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder

dinsdag 19 mei 2020

Mondkapjes

Lieve vrienden, 

Bij onze apotheek hangt een brief, waarop geschreven staat dat diverse soorten mondkapjes verkrijgbaar zijn. 

Normaliter zou ik daar niet eens over nadenken, maar op dit moment vind ik het “een dingetje”. Vanmorgen trachtte ik een aantal vragen goed te beantwoorden, die gingen over de geldende Corona maatregelen. 

Tot mijn schrik, had ik precies de helft van de vragen fout. Dan ben ik zo arrogant om te denken, dat het gros van de Nederlanders ook de helft fout zal hebben. 
Denk ik zomaar...Misschien is dat niet zo hoor. Maar toch.... 

Zijn de regels misschien te ingewikkeld? Volgens mij wel. 
Je mag wel in het park op een bankje zitten met 1 vriendin (anderhalve meter) en als je alleen bent en je komt toevallig 2 bekenden tegen en besluit even op een bankje bij te praten mag dat ook. 
Maar als je met twee vriendinnen afspreekt om op een bankje in het park bij te praten, mag dat niet. Want dan is het een afgesproken samenkomst. 
Je bent met maximaal 25 mensen in een ruimte van 60 vierkante meter. Mag dat???? Echt niet!!! Voor 1 persoon 10 vierkante meter. 
Je woont in een huis met 4 collega’s en zit in een auto op weg naar het werk. Mag dat???? Ja, dat mag. 

Binnenkort gaan het HBO weer starten. Studenten mogen niet reizen met het OV en ook niet samen in de auto... Nou, schiet mij maar in de feestverlichting. 

Mondkapjes? Ja of nee? Zo ja, welke? 
Waarom zou je een mondkapje dragen, als het jou niet beschermt? Want dat doet geen enkel mondkapje, behalve de FFP2 maar die mag je niet buiten dragen, want die zijn, overigens geheel terecht, voor mensen, die werkzaam zijn in de zorg. 
Die kapjes beschermen 4 uur, daarna moeten ze in de vuilnisbak. €6,80 per stuk!!!!

Ik heb er 1 gekregen toen ik in de pijnpoli was. Half uurtje op gehad. Dus werkt het zeker nog 3 uur. Mag dat??? Nee, niet buiten, want voor de zorgmedewerkers. 
Alle andere kapjes kun je dragen om anderen te beschermen tegen jou. Iets dat die kapjes dus geen van allen doen. 

Dat van die mondkapjes is dus lariekoek!!!! Ja hoor, daar is tie dan. Lariekoek lieve mensen. 

Nou, ik hoef zo een ding toch niet op te zetten want soms moeten mensen die iets mankeren aan de longen even rochelen. Vies woord hè? Lekker om op te schrijven. Klinkt vies, is vies, maar het is niet anders. Die longpatiënten hebben op dat moment teveel slijm in de luchtwegen. Dus ophoesten, doorslikken, klaar. 

Dat voel ik aankomen, want het slijm zit dan al even in mijn luchtpijp. 
Dan ga ik al zover mogelijk weg staan van anderen, want als mensen mij horen hoesten, gaan ze snel een andere kant uit en kijken me eerst aan, alsof ze me willen vermoorden. 

Ik vind het prima hoor, maar dit is wel stigmatiserend voor mensen met een chronische longaandoening. Zij behoren immers zelf tot de kwetsbare groep…Vinnik....

Ik denk erover, toch maar enkele mondkapjes aan te schaffen voor je weet niet, maar ik weet in elk geval zeker, dat het mij geen bescherming geeft. Als ik zo een ding opzet, doe ik het als vriendelijk gebaar naar mijn medemens. Maar onthoud: het beschermt je niet!!!

Op dit moment voel ik al een lachkriebel opkomen, want als ik voor de lol, verstopt achter m’n mombakkes, rochel in het bijzijn van anderen, uiteraard veel verder weg dan anderhalve meter, rennen vreemden meteen naar de dichtstbijzijnde GGD om zich te laten testen. Die test is er voor iedereen als de mondkapjes, bij drukte in het OV verplicht zijn (omdat anderhalve meter daar niet mogelijk is).

Vreemde mensen schrikken dan van mij. Want dan ben ik iemand met een mondkapje, die heeft gehoest en misschien wel Corona heeft. 
Dat wordt dus lachen. Een typisch Marietje geintje. Om te pesten….

En ze weten niet, dat het hoesten en de benauwdheid van mij, het gevolg is van het griepvirus van twee jaar geleden, waaraan toen in Nederland 7000 mensen overleden zijn en er in Beverwijk geen plaats was in het ziekenhuis. 

Dus, ik wil hier linksaf…Mag dat??????

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder

maandag 18 mei 2020

Hoe gaat het?

Lieve vrienden,

Het gaat er niet om wat er gebeurt, maar hoe je ermee omgaat. Dat las ik ergens en dacht: Ha, een lariekoekje. 

Er zijn mensen, die iets ergs meemaken en daar maar over blijven praten. Iedere keer weer. Ze zijn getraumatiseerd en willen er steeds over blijven praten. Maar ik wil het niet steeds horen!

Leuke dingen worden een keer verteld en dan is het klaar. Jammer, want een leuke mop blijft leuk, al hoor je hem voor de tiende keer. Zeker als de verteller al voordat hij bij de clou is, zo moet lachen, dat hij niet verder kan. 

Vervelende dingen worden te pas en te onpas opgediept, opnieuw verteld, nogmaals verteld en nog eens. Zo kunnen mensen zeuren over ziek en zeer, zodanig, dat toehoorders er een punthoofd van krijgen. Vertel wat je mankeert en dat je daarom iets niet kunt of doet en dan is het klaar. Maar begin er niet steeds over. 

Dan zijn er mensen, die praten alsof ze helemaal nooit iets mankeren en altijd alleen contact opnemen als er iets leuks in het verschiet ligt. 

“Hallo, hoe gaat het? Ze wachten niet eens op jouw antwoord...Wij hebben het plan om naar Verweggistan te gaan. Ja, zo een behoefte om er even tussenuit te gaan”. Ja heerlijk! Het interesseert me geen barst, die leuke plannen. Vertel het achteraf of houd je mond. Ik ga golfen, eten bij driester huppeldepup... Oh, leuk. Wat kan ik hiermee? Herkenbaar? 

Eigenlijk nog vervelender dan mensen die zeggen “Ik ben ziek geweest”. Dan vraag ik met liefde: oh ja? En gaat het weer een beetje? Hoe kwam dat nou? Fijn, dat het achter de rug is. 

De mensen van de schone schijn hebben het altijd fantastisch. Nooit regen, nooit een rot hotel, nooit slecht eten. Het is altijd enig en kostelijk. Daar kun je als buitenstaander niets mee. Alleen maar zeggen: Oh!

Nou, het leven is bij niemand altijd enig en kostelijk. 
Wanneer je bij iemand je hart uit kunt storten en zeggen dat je het even niet ziet zitten, is veel aangenamer dan alleen maar roepen hoe enig het was. 

Soms is het gewoon pet met peren. Waardeloos hotel, slecht weer slecht eten, last van de darmen. Het gaat niet zo lekker met me. Zeg dat een keer en klaar. 
Net als: het was leuk, genoten, heerlijk gegeten, gewoon gezond gebleven, lekker weer. Klaar. Dan ben je volgens mij een veel gezelliger mens. 

Zo, hier wilde ik vandaag even lekker over zeuren, dan wordt de rest van de dag tenminste enig en kostelijk. Ik begin gezellig met koffievisite en een taartje. Oh? Zo!

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder