maandag 9 november 2020

Mijn stad

Lieve vrienden, 

 

In de stad waar ik opgroeide, rijd ik over het plein, waar ik vroeger dagelijks overheen liep. Heen en weer terug. Soms zelfs twee keer. Op weg naar school, vaak met angst of tranen. Ook wel met plezier. Het plein waar een meisje woonde, die door haar tragisch lot, bekend werd over de hele wereld. 

Anne heette ze. 

 

Vroeger was op het plein een bakker, een delicatessenwinkel, een herenmodezaak. Bloemenstal. Nu zit er een aannemersbedrijf, huisartsenpraktijk, verloskundigenpraktijk. Kapper......

Er lopen jonge vrouwen in dure kleding met kleine hondjes met jasjes aan. 

 

Vroeger werd er gefloten vanaf de steigers. Nu hangt daar een net voor. 

Hilversum drie bestaat allang niet meer.... 

 

Mensen kijken schichtig, boven hun mondkapjes. Anoniem. 

Anderen doen alsof er niets aan de hand is. 

Ik heb het gevoel of ik alleen ben, maar dat ben ik niet. 

 

Op de terugweg rijd ik langs mijn oude huis. Voor een foto. 

Een Yuppen-bakfiets bederft het plaatje. 

 

Mijn oude slaapkamerraam staat, dicht gestapeld met kinderspullen, aan het trottoir. 

De Vuurdoorn van de buren staat nog tussen de tegels. De Mezoeza op de deurpost. 

 

De mensen haasten zich om de stad te verlaten. Ik haast mee. 

Verlangend naar mijn woonplaats gaat de autotelefoon. 

Gaan jullie iets leuks doen in Amsterdam? 

We zijn al op de terugweg. 

 

Thuis. 

 

Onder pannen van zwarte klei, tussen rode stenen, ben ik met mezelf niet alleen, in mijn andere stad. Groen voor en achter. 

In mijn ogen een dorp....

 

Met hoopvolle groet en blijf gezond, 

 

Rietje

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten