Lieve vrienden,
Een vraag op Facebook van een kennisje van me, bracht me terug in de tijd. Alweer? Ja! Terug naar de periode, waarin ik werkzaam was in de Kalverstraat.
Hoe ik in mijn lunchpauze weleens afsprak met mijn zus, die op de Nieuwe Zijds werkte. Hoe we dan samen een broodje haalden in de Sint Luciënsteeg.
Bij het “palinghuis”.
Ook raceten we weleens naar de Spuistraat, naar Frits de Ruyter.
Daar verkochten ze de lekkerste broodjes warm vlees met jus of filet Americain met kappertjes en veel peper.
En als ik dan terugkwam op de zaak, zei mijn baas:
“Ach, Rietje. Haal mij bij Frits een broodje oude kaas met boter en een broodje filet Americain zonder boter. Koosjer met een eigen draai, zak maar zeggen.
Ooit hoorde ik hem bij een warm buffet, in het Olympisch stadion vragen om een stukje varkenshaas uit het midden. Het was lachen met die man....
Overigens net zo oud als ik maar dan mét poen, toen.
In de jaren dat ik daar werkte, raakte de koopavond in zwang.
Dan gingen mijn baas, mijn beste vriend/collega en ik van half zes tot half zeven dineren bij de Chinees op het Rokin.
Mijn baas nam altijd iets met varkensvlees. Dat mochten we niet verder vertellen.
Wat we toch allemaal meemaakten op die koopavonden....
We hadden vaste klanten, die veel geld uitgaven op donderdagavond.
Losse diamanten waren in trek. Een losse zetting erbij en het was “taxfree”. Want het waren unfinished products.
Op een avond kwam een van onze klanten in de winkel. Wij stonden met z’n drieën achter de toonbank.
Ze begon te vertellen, dat haar hart gebroken was en dat er een operatie nodig was geweest om het te repareren.
Zo vreselijk…. Of we haar litteken wilden zien.
Gedrieën zeiden we: ja!
Uiteraard zeiden we dat, want we hadden een donkerbruin vermoeden.
Ze begon zich langzaam uit te kleden.
Mijn benen werden van rubber en die van de andere twee ook.
Lagen we achter de toonbank te huilen van het lachen met z’n drieën.
Het uitkleden ging haar namelijk goed af, want ze was werkzaam al stripper.
Het verhaal hebben vriend en ik nog jaren opgehaald.
“Man macht was mit”, zei vriend altijd.
Ach, ach, wat een tijd. Ik kan er enkele boeken aan wijden.
Nooit heb ik zo gelachen als tijdens m’n werk in de Kalverstraat. Daar had ik toch de tijd van m’n leven.
Die tijd komt nooit meer terug, maar ik heb er geweldige herinneringen aan.
En die kan niemand me afnemen.
Met hoopvolle groet en blijf gezond,
Rietje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten