maandag 7 september 2020

Ispahaan

Lieve vrienden,

 

Alweer enkele jaren geleden, sprak ik bij de crematie van een lieve vriendin.

Zij had mij gevraagd het gedicht van P.N. van Eyck,

~De tuinman en de dood~, te declameren. 

Dit gedicht sprak ik uit, verweven in mijn speech.

Kennen jullie het gedicht niet? Zoek het op. De moeite waard.

 

Vandaag las ik een gedicht van Wiel Kusters, een Neerlandicus, afkomstig uit Maastricht. Hij schreef voor kranten en schrijft boeken over cultuur en bijzondere gedichten. Kortom een veelzijdig man op literair gebied.

Ik vond het volgende gedicht zo bijzonder, dat ik het jullie niet wil onthouden.

 

NAAR ISPAHAAN

 

‘Heer, Heer, één ogenblik!’

P.N. van Eyck

 

Je bent in veiligheid noch in gevaar

zolang je blijft waar je vandaag niet bent,

meteen terugkeert van ik weet niet waar

je ongeboren voor je leven rent.

 

Stel je maar voor: je hebt ooit A gezegd,

maar in de verte vrees je al de Z.

 

De weg die je dan al hebt afgelegd

is stukken langer dan je had gewed, tot

(hier volgt de wending die het lot vereist)

plots duidelijk wordt dat je in B tot Y

verblijft, verstijfd, en dat dit dus bewijst

wat niemand eerder later tot je zei:

dat jij de avond voor de dag niet prijst.

De dood is je verstand, kan daar niet bij.

 

~Wiel Kusters~

 

Als je het drie keer goed gelezen hebt, begrijp je het misschien.

Mijn hersenen zitten wat verward in de spinsels, na het lezen van dit gedicht, maar ik geloof dat ik het begrijp.

Pluk de dag, want als later eerder komt, is het soms te laat.

De weduwnaar is allang weer gelukkig.

Ik denk met een goed gevoel terug aan de vriendin, die spoorslags vertrok naar Ispahaan, maar haar lot niet kon ontlopen.

 

Met hartelijke groet,

 

Rietje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten