Lieve vrienden,
Buitenspelen.
Wie heeft het vroeger niet gedaan.
Touwtjespringen met een heel lang, dik touw, aan beide kanten een slingeraar en de jongens en meiden in een lange rij erin en aan de andere kant er weer uit. Dubbelen, met z’n tweeën tegelijk.
Knikkeren en dan niet je mooiste op willen gooien. Ware kunststukjes, die knikkers. Maar de looie detten vond ik mooier. Nog mooier waren de kalkedotten. Gemaakt van gips met een pasteltintje. Dikwijls helemaal afgesleten.
In de knikkertijd had je bijna eelt op je wijsvinger staan van het schuiven over de tegels. Tegen de muur van een huis was de pot gemaakt door met een stokje het zand weg te schrapen.
Tollen was mijn ding niet. Elastieken wel.
Bok bok berrie. Ach wat een tijd.
Haasje over. Ik kon dat niet.
Kaatsballen, tegen de muur. Kaatsebal ik vang je al, van de ene hand in de andere hand….
Verstoppertje, Diefje met verlos.
Wat hebben we veel buiten gespeeld en wat hadden we een plezier.
In de winter een lange glijbaan maken op de stoep en dan om de beurt glijden. Zullen, noemden we dat. En dan thuiskomen en met je koude handjes bij de kachel staan, totdat je vingers tintelden.
Dan maakte m’n moeder een beker chocola met Droste cacao en een schep suiker, tot een papje geroerd met een scheutje koude melk en daar dan hete melk op. En dan die goddelijke vel apart opeten.
Wat een machtige tijd.
De tijd van een stuk Sunlight zeep in een zeepklopper, de kolenkit en de asla.
De tijd van een schoepen wasmachine en een wringer. De tijd van mattenkloppen en de voddenboer.
De tijd van Uitjes in de wijnazijn, komkommer een centje maar....
Van hazen en konijnenvellen, Berliner bol, bol, bol...
De tijd van een citroentje met suiker en de neven, die het duet uit de Parelvissers zongen.
De tijd waarin geluk nog heel gewoon was en ik als klein meisje geen weet had van wat er in ons gezin speelde.
Een tijd, waarin ik bij mijn vader op de rand van de tafel een beschuitje met boter en suiker at, terwijl vader de krant las.
Wat zou ik graag nog eens met de blik van nu in de tijd van toen kijken.
Want al denk ik dat het fijn was, het was vast minder fijn dan ik denk.
Het was nog niet zo lang na de oorlog en wat hadden we nou helemaal. Maar toch…het leven was mooi.
....Tien......wie niet weg is, is gezien!
Binnenkomen, eten!!!!!!
Met hartelijke groet,
Rietje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten