dinsdag 22 september 2020

Parkeerkaart

Lieve vrienden,

 

Vrijdag moest ik even een paar boodschappen doen in een nabijgelegen plaatsje. 

Manlief ging mee en omdat het prachtig weer was, parkeerde ik mijn auto op één van de vele gehandicapten parkeerplaatsen. 

Op een dergelijke plaats heb ik recht na een zeer uitgebreide medische keuring, bijna twee jaar geleden. 

 

Nu hoor ik jullie denken: ”Nou en?”

 

Dat dacht ik ook, toen ik me uit de auto gewurmd had. 

 

Aan de overkant van de parkeerplaats stonden verschillende “heren” de Koos Werkeloos uit te hangen. Met de armen over elkaar te kijken, waar ze iets op aan zouden kunnen merken. 

 

De ogen werden boosaardig en hun blik stond op: “Zal ik, zal ik niet”. 

Want ja, het word je niet gegund hè? Een gehandicaptenparkeerkaart. Echt niet. 

Daarvoor moet je zonder benen in een rolstoel zitten met een hulphond naast je. 

 

Als mens met een aandoening geneer je je bijna om op een plaats te parkeren, waar je vanwege die aandoening het volste recht op hebt. 

 

Meerdere keren heb ik op een rot opmerking, als antwoord gevraagd:” Wil je ruilen?”. 

 

Maar toch, alsof het niet vervelend genoeg is, dat je ergens niet heen kunt, als je niet dichtbij kunt parkeren, voel je die blikken op je gericht. 

 

Dodelijke blikken, die zeggen “asociale doos, daar mag je niet parkeren!”

 

Maar ja, ik doe het toch, want als ik te ver moet lopen heb ik het vreselijk benauwd en dat zie je niet van een afstand. Maar ja, dat weet Koos niet. 

 

Lieve mensen, als jullie niets mankeren, denk dan even na voordat jullie een oordeel vellen. 

 

Maar als jullie iemand naar de sigarenwinkel zien sprinten terwijl z’n auto “even” op de gehandicaptenparkeerplaats staat, mogen jullie er best iets van zeggen. 

 

Houd in alle gevallen die rottige blikken voor je. 

 

Want pas op hoor, ik kijk terug en als blikken konden doden....

 

Met hartelijke groet, 

 

Rietje

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten