Lieve vrienden,
Het is kweeperen tijd. Nog even een beetje groeien en dan kan het weer. Gelei maken.
Geen idee, hoe vaak ik het al geprobeerd heb.
Meestal was de zin al verdwenen na het schillen van één zo een peer. Keihard, die loeders.
Als ik dan eindelijk de peren in stukken gesneden had en opgezet met water en suiker, hield ik een grove moes over. Een moes met een laxerende werking. Een moes, die in de verste verte niet op gelei leek.
De gelei voor op de warm geroosterde boterham of op het stukje kaas.
Een paar jaar geleden gaf ik iemand een zak kweeperen, om gelei te maken.
Ik zou het recept krijgen.
Voorzien van negatief commentaar kreeg ik een potje gelei. De peren van de Turkse winkel waren lekkerder.
Wel kreeg ik het recept.
Wat blijkt? Je moet de peren niet schillen en zeker het vruchtvlees niet eten.
Kweeperengelei maak je van het kookwater, dik gemaakt met pectine,
van de reform winkel.
Dit jaar blijven de peren ter decoratie op een schaal. Want ze zijn natuurlijk prachtig van lelijkheid.
En de gelei? Bij de grootgrutter, in minipotjes op de kaasafdeling.
€0, 99….
Zal ik daar moeilijk over doen en als je nu denkt: wat zonde....
Geef even een belletje en neem een plukladder mee.
Dan zal ik zorgen dat de poort van het slot is.
Met fruitige groet,
Rietje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten