Lieve vrienden,
Tijdens de lunch met een dik met vleeswaren belegd wit kadetje,
vertelde mijn man dat hij dat voor het eerst gegeten had,
tijdens zijn bijbaan als kelner in een lokale uitspanning.
Hij kende het niet...
Tot mijn verbazing hoorde ik dat verhaal aan.
Wat was ik dan anders opgevoed.
Bij ons thuis was altijd veel te kiezen voor de lunch.
Vooral in het weekend.
Bijna op iedere hoek zat een bakker of een banketbakker.
Bij de bakker werd maanzaad challe gehaald en kleine luxe gevlochten broodjes.
Luxejes. Tsja, je verzint het niet.
Dan op zaterdag een snee challe met boter en suiker en daarbij een stuk warme worst of een zachtgekookt ei.
Op de luxebroodjes zat vaak halfom. Pekelvlees en lever.
Als ik er nu aan denk, best lekker. Ik eet het tegenwoordig nooit meer.
Daarvoor moet je gewoon in Amsterdam zijn. Net als voor het zuur, los te koop bij een Amsterdamse zuurman. Zo lekker. Uien, pekelzuur, zoetzure komkommer....
Kun je hier niet kopen hoor. Los zuur. Ja, je kunt het wel krijgen, maar dat is een ander verhaal.
Ik denk, dat als ik hier de bakker vraag om een maanzaad challe, dat hij me heel raar aan staat te kijken. Challe, het sabbat brood. Heerlijk. Ik ruik het zo, als ik eraan denk.
Gevlochten witbrood royaal bestrooid met maanzaad.
Het liefst nog een beetje warm. Jeetje, wat was dat lekker. En dan hadden we ook nog vaak gemberbolussen.
We aten altijd lekker thuis.
Ik zie mijn vader nog voor me met z’n, van het vet glimmende kin,
als hij tegenover me aan tafel zat.
De paling op een krant en dan het vet van de binnenkant van de vel op het brood smeren.
Nee, paling is niet kosjer.
Hoefde ook niet. Wij vonden en vinden het heerlijk. Een pondje, rechtstreeks uit de rokerij.
Wij aten thuis dingen die kosjer waren en dingen die niet kosjer waren.
Het maakte niet uit. Als het maar lekker was.
Vanuit de verschillende keukens namen we wat mee.
Een matze met boter en suiker. Yammie.
Of we vroeger dik waren?
Welnee. Er werd zo hard gewerkt, dat de mensen niet dik werden. En zo vlak na de oorlog had men het nodig. In de jaren van de wederopbouw.
Ach, mijn jeugd. Ik kijk er met zoveel goede herinneringen op terug.
Ja, ik weet het. Velen niet.
Ik ken de verhalen.
Ook bij ons was er regelmatig iets.
Maar het domste wat je kunt doen, is blijven hangen in de moeilijke dingen van het verleden.
Daar word je geen leuk mens van.
Dus blijf lachen en koester de mooie dingen.
Ze waren er echt.
In ieder leven scheen weleens de zon, ook al worden de herinneringen soms bedekt met wolken. De zon schijnt voor iedereen, dus zorg dat je hem ziet!
Met hoopvolle groet en blijf gezond,
Rietje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten