zaterdag 28 maart 2020

Mijn ouderlijk huis

Lieve vrienden,

Een lezeres van mijn verhaaltjes noemde deze schrijfsels: PlaisanteRIETJES. Was misschien een nog passender naam geweest, maar ach de naam Lariekoekjes is nu geregistreerd en die ga ik niet meer veranderen. Het zij zo. 

Bij deze weer een plezant lariekoekje. 

Bij mij thuis, in het ouderlijk huis bedoel ik, was het altijd feest. 
Dit zullen alle meelezers, die in de vijftiger en zestiger jaren bij ons over de vloer kwamen, onmiddellijk beamen. 

Mijn moeder verstond de kunst om overal een feestje van te maken. Echt, zij hing voor iedereen de slingers op. 

Mijn vader adoreerde ik. Hij had een aannemersbedrijf samen met z’n twee broers, in het hartje van de Jordaan. 
Het kantoor was in het ouderlijk huis van mijn vader, ook in de Jordaan. Vele zakelijke besprekingen werden bij ons thuis gehouden. 

We woonden in een, in mijn herinnering, riante benedenwoning in de Rivierenbuurt in Amsterdam Zuid.  We hadden een mooie tuin met schuur. 

In dat huis woonden mijn ouders, mijn zus en ik. 
Toen ik 4 jaar was, verloofde mijn zus zich met een jongeman uit Santpoort. Ook hij was bijna dagelijks bij ons thuis te vinden. Mijn familieleden hielden van klaverjassen en iedere avond werd er gekaart.  Steeds met andere vrienden uit de bouwwereld. 

De hoekkast bij de ensuite-deuren in de eetkamer, stond vol met kaartpotten in blikjes. Van de inhoud ging men jaarlijks een keer op stap. Reisje, etentje, afhankelijk van het bedrag werd een keuze gemaakt. 

De andere hoekkast, in de voorkamer, was omgebouwd tot een volière met tropische vogeltjes. 

In de hoeken van de twee woonkamers, we hadden een eetkamer met kolenkachel en een voorkamer met gashaard, gescheiden door schuifdeuren, hingen kooitjes met kanariepietjes, waar ‘s avonds een theedoek overheen ging. 

Langs een van de wanden van de voorkamer, was een groot aquarium met tropische vissen in een meubel ingebouwd. We hadden een poedel, Curly en een rooie kater, Pimmetje. Op mijn kamer had ik een landschildpad en waterschildpadjes. Ja, bij mij thuis hielden we van dieren. 

Toen de muizenpopulatie, veroorzaakt door al die vogeltjes, uit de hand liep verkocht mijn vader z’n vogeltjes en nam hij een papegaai over van z’n kameraad. Die kon het beest met z’n aria’s en geklets niet meer om zich heen verdragen. Mijn vader vond het zielig en nam het beest in de kost. 

In de lege volière werd de grote papegaaienkooi geplaatst. Dat het beest opgesloten zat in een kooi vond m’n vader maar niks. Dus volière deur open, papegaai overdag op de bovenrand van de deur, krant eronder…. En zo verbleven wij met z’n allen in deze woning. 

U zult begrijpen, het was net het huishouden van Jan Steen. 

Onze hulp in de huishouding kwam twee hele dagen in de week om orde op zaken te stellen. 
Zij kwam ‘s morgens vroeg en ging na het avondeten weer met de bus naar huis. Een schaaltje eten (twee diepe borden tegen elkaar aan met een elastiekje eromheen) in haar tas, voor haar man, die thuis op haar zat te wachten. 
Ze heette To, maar wij noemden haar Bouw. Mijn brabbel naam voor buurvrouw. Toen ik leerde praten, woonde zij boven ons, in de Kinkerstraat. De bouwbouw dus...Ach wat een herinneringen... 

Mijn vader kwam uit een groot gezin en de meeste neven en nichten kwamen veel bij ons over de vloer. Mijn vader was familieziek. Echt. 

Hij genoot het meest met alles en iedereen om zich heen, fles oude jenever op tafel, voor de dames een citroentje met suiker en een schaaltje pinda’s en soms een plakje worst met augurk. 

Wat een verhaal over mijn ouderlijk huis en ons gezin hè. 

De komende dagen zal ik wat anekdotes vertellen over gebeurtenissen bij ons thuis. 

Met bovenstaand in uw achterhoofd, kunt u de verhalen beter plaatsen. Soms zijn ze hilarisch, soms niet.

In ons gezin was plaats voor iedereen. Mijn ouders waren vrijgevig, barmhartig en ruimdenkend. Maar het waren vooral gezellige mensen. Bij ons kon alles. 

Mijn ouderlijk huis, mijn familie...mijn bron van inspiratie voor mijn hele leven. Voor wie ik ben, wat ik ben en wie ik altijd zal zijn. 

Niet geïnteresseerd? Niet lezen. 
Nieuwsgierig? 
Nog even geduld. 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder


Geen opmerkingen:

Een reactie posten