dinsdag 31 maart 2020

Nu even niet!

Lieve vrienden,

Het is gek, twee weken lang werd ik als een kijkbuiskindje naar de tv getrokken om al het nieuws over “het virus” op te nemen als een spons. 
Nou gaat de tv bij mij in huis ‘s avonds pas aan. Dat scheelt al een heel stuk. 
De laatste weken pakten we DWDD ergens halverwege op en dan het acht uur journaal. 

Na het journaal waren we nog benieuwd naar de meningen van de elkaar tegensprekende deskundigen. 
Afgelopen zaterdag ging het me zomaar opeens tegenstaan. 
Mijn spons had zich gedurende twee weken helemaal volgezogen met tegenstrijdige informatie. De stralen informatie stroomden er opeens aan alle kanten met dezelfde vaart weer uit. 

Een overdosis narigheid. Tot overmaat van ramp lijken alle liefdadigheidsinstellingen geld genoeg te hebben om ons toch al kwetsbare gemoed, een extra dosis zieligheid te tonen. 
Waarom??

Krijgen we nog niet genoeg narigheid voorgeschoteld? Komt het niet in de hoofdjes van de bestuurders van de hulporganisaties op, dat wij de vreselijke beelden van zielige kinderen er niet meer bij kunnen hebben, tijdens deze zich wereldwijd voltrekkende ramp? 

Was er nog geld over, voor een portie extra nare beelden, met de achterliggende gedachte “Hier kunnen jullie wel iets aan doen!”

Persoonlijk heb ik behoefte aan een deskundige die zegt:
“Als je drie stappen naar voren zet, vier kniebuigingen maakt en twee korreltjes zout neemt, dan is het over een week over. 
Daar hebben vele wetenschappers dag en nacht onderzoek naar gedaan en dit is het enige dat echt werkt tegen Covid-19. De enige bijwerking is, dat uw overgewicht binnen 24 uur verdwenen is. Hier zijn we zeker van”.

Kijk, voor dat soort nieuws ga ik op het puntje van mijn stoel zitten. Daarvoor zet ik de tv aan. 
Ik wil geen discussies tussen verschillende wetenschappers meer zien, laat staan horen.
Ga weg wijsneus, hou op deskundige! 
Waar baseren jullie alles op?
Jullie spreken elkaar tegen! 

Gisteren zijn mijn lief en ik in een bui van burgerlijke ongehoorzaamheid de deur uitgegaan. We zijn samen in de auto gestapt en zijn een rondje gereden door de kop van Noord-Holland, om nog een glimp van de bollenvelden te kunnen opvangen. Velden vol tulpen, waar de tuinders zich voor in het zweet gewerkt hebben. Het resultaat van hun noeste arbeid wilden we nog zien voordat de tulpen en hyacinten doorgedraaid worden. Het was een heerlijk verzetje. 

Nu weet ik het zeker. Ik ga ‘s avonds alleen nog Netflix kijken en overdag de laatjes opruimen. 
Laat mij met rust en maak me maar weer wakker als er nieuws is. 
Echt nieuws!!!

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder


maandag 30 maart 2020

Serieus nadenken

Lieve vrienden, 

Vorige week zag ik op mijn Facebook allerlei oproepen voorbijkomen. 

Verzoeken van de IC van het RKZ in Beverwijk, om niet gebruikte vuurwerkbrillen in een emmer te doneren. Zodat het zorgpersoneel hiermee weer even zichzelf kan beschermen. Dit tekort is nu al alweer een gepasseerd station. 
De Corona express dendert voort. 
Er zijn genoeg middelen waarmee men zichzelf kan beschermen. Hoewel? Dat vermoed ik. Je hoort er niet meer over. Maar beademingsapparatuur? Personeel? Medicatie? 

Vanuit het ziekenhuis in Den Bosch, kwam de vraag om na te denken over eventuele beslissingen, die anderen misschien voor je moeten nemen of die jij voor anderen moet nemen. 

Ook bellen huisartsen naar hun kwetsbare patiënten met de vraag of deze patiënt, indien het virus hem of haar te pakken gekregen heeft, op IC beademd wil worden. 

Zaterdagavond zag en hoorde ik SEH-arts Gor Khatchykian, bekende “Nederlander” tegen wil en dank, bij Op1.
Hij vertelde hetzelfde.
Het leven is niet maakbaar. Soms houdt het op, al ben je nog zo vitaal.

Mensen schrikken hier uiteraard van. 
Hoezo als, dan…? Gaan we onderscheid maken? Hij wel en ik niet? Hoezo waterpolo spelen tegen de krokodillen? Alleen bij rood licht oversteken? 

Het klinkt allemaal heel serieus en dat is het inmiddels ook. Het komt aan en binnen. Het is hier. Nu. En soms is het over en uit. 
Dus we moeten erover nadenken.

Een beslissing die de dokter neemt voor iemand die deze beslissing niet meer kan nemen. 
Misschien ben ik of jij degene die het niet meer kan.....

Luchtig schrijven over elkaar helpen, is anders dan deze mededeling van mensen die aan het front staan. 

Misschien ook iets regelen voor als…Ja, ook dat hoort erbij en is door de Corona regels een stuk eenvoudiger geworden. Er mogen slechts tien mensen bij aanwezig zijn.

Straks ga ik nadenken en erover praten. Straks...... want nu is er nog even een straks. 

Morgen misschien niet meer. 

Met mijn dagelijkse hersenspinsels wil ik jullie opvrolijken. Een hand reiken. Even laten weten dat ik aan jullie denk, met een bericht om hoop te hebben. 

Maar soms moeten we even serieus zijn. Echt serieus...

Lieve vrienden, wat de beslissing is, moeten jullie zelf bedenken. 
Deze zal voor iedereen anders zijn. 
Van 1 dag op IC moet je een week revalideren....

In de huidige situatie neem je makkelijker DE beslissing, waar je eigenlijk al jaren mee worstelde. 

We beslissen straks. 

Nu is het goed weer en gaan we daarvan genieten. We leven nu en hopen nog even op straks. Opdat er altijd een straks mag blijven. 

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder


zondag 29 maart 2020

Lorre

Lieve vrienden, 

Onze papegaai, Lorre, kon zingen, fluiten, mopperen en praten. 
Hij rook ook van alles, of herkende het geluid van eten klaarmaken. 
Als mijn moeder aardappelen ging schillen, stopte hij met het oefenen van z’n toonladders en riep hij: “Lorre happie, lekker hè, Lorre happie”. 

Dat bleef hij herhalen, totdat hij na het eten een prakje op een bord op tafel voorgeschoteld kreeg. Niet echt hygiënisch, maar ach, bij ons thuis kon alles....

Omdat ik de enige was, die met Lorre overweg kon en hij mijn familieleden aanvloog, werd hij op een kleerhangertje van de volièredeur naar de tafel getransporteerd. 
Al spetterend en smakkend at hij het prakje op en rende daarna nog op de familieleden af, om ze te bijten. 
Als ik het welletjes vond, hield ik hem het kleerhangertje voor, hij stapte erop en ik bracht hem naar de kooi. Deur dicht, laken erover, rust in de tent. 
Soms deed ik overdag spelletjes met hem. Koprol, doodliggen.... Circus Renz was er niks bij. 

We begrepen nu echter wel waarom de kameraad van mijn vader de gevleugelde terrorist zat was. 

Bij mij thuis kookten mijn moeder en ik vaak samen. Zij de Hollandse pot, ik de aparte gerechten. We hadden een nieuw recept uit een damesblad ontdekt. 
Na het meerdere keren bereid en aangepast te hebben, werd het een groot succes bij ons op tafel. 

Kip gebraden in de oven met een saus van sinaasappelsap, mangochutney en geroosterde amandelen. Op de kip lagen uitgebakken plakjes bacon en gebakken uienringen. Het smaakte werkelijk hemels. 

Nu moet u weten, dat alles met de hand gemaakt en zelf bereid was. Mijn moeder verdeelde de hele kippen in stukken, de sinaasappels werden geperst met zo een glazen persje, de amandelen werden geblancheerd, ontveld en geroosterd. De bacon en de uien uitgebakken. Alleen de mangochutney kwam uit een potje van de winkel, waar ze dat toen al verkochten. 
Het geheel ging in de oven en we aten er gekookte rijst of aardappelpuree bij. 

Op een zondagavond, misschien wel met Pasen of een andere feestdag hadden mijn ouders de familie uitgenodigd om te komen eten. Zo konden de tantes het kipgerecht dat ik bereid had ook eens proeven. 

De hele dag stond ik in de keuken. Ik denk dat ik een jaar of twaalf, dertien was. 
Het was enorm veel werk, maar daar had ik toen nog niet zoveel erg in. 
De grote braadslede met de kipschotel, was voorbereid en hoefde alleen nog de oven in. 

Toen de tantes een borreltje dronken werd de oven aangezet. 
De tafel was al mooi gedekt met het damast en het zilver. Spullen hadden we wel. 

De geur van de gebraden kip drong nog maar net door tot de kamer of Lorre begon te zeuren: “Lorre Happie, lekker hè”. 
Aan een stuk door......

We gingen aan tafel en de tantes in de zondagse japonnen, mochten als eersten opscheppen uit de schotel met het heerlijk geurende kipgerecht. 

Het werd Lorre teveel. 
Na vele keren om een happie gesmeekt te hebben, nam hij zelf het initiatief. Hij sloeg z’n vleugels uit, klapwiekte over het permanentje van m’n , net op tijd ineengedoken tante heen en landde in de schaal met kip en saus. 

Al mompelend en spetterend, stapte hij als een veldheer door de saus, terwijl de vette spetters de japonnen van mijn moeder en mijn tantes bevlekten. 

Eerst heb ik meegelachen, toen gehuild en nadat we gered hadden wat er te redden viel aan de kleding en het meubilair, hebben we nog een happie voor de tantes en onszelf gemaakt. 

Die avond besloten we, om een ander kosthuis voor Lorre te zoeken. 

Lorre, ik droom nog wel eens van hem als ik zwaar getafeld heb, sprak Wim Sonneveld ooit. 

Een hoopvolle groet, 

Rietje Stelder

zaterdag 28 maart 2020

Mijn ouderlijk huis

Lieve vrienden,

Een lezeres van mijn verhaaltjes noemde deze schrijfsels: PlaisanteRIETJES. Was misschien een nog passender naam geweest, maar ach de naam Lariekoekjes is nu geregistreerd en die ga ik niet meer veranderen. Het zij zo. 

Bij deze weer een plezant lariekoekje. 

Bij mij thuis, in het ouderlijk huis bedoel ik, was het altijd feest. 
Dit zullen alle meelezers, die in de vijftiger en zestiger jaren bij ons over de vloer kwamen, onmiddellijk beamen. 

Mijn moeder verstond de kunst om overal een feestje van te maken. Echt, zij hing voor iedereen de slingers op. 

Mijn vader adoreerde ik. Hij had een aannemersbedrijf samen met z’n twee broers, in het hartje van de Jordaan. 
Het kantoor was in het ouderlijk huis van mijn vader, ook in de Jordaan. Vele zakelijke besprekingen werden bij ons thuis gehouden. 

We woonden in een, in mijn herinnering, riante benedenwoning in de Rivierenbuurt in Amsterdam Zuid.  We hadden een mooie tuin met schuur. 

In dat huis woonden mijn ouders, mijn zus en ik. 
Toen ik 4 jaar was, verloofde mijn zus zich met een jongeman uit Santpoort. Ook hij was bijna dagelijks bij ons thuis te vinden. Mijn familieleden hielden van klaverjassen en iedere avond werd er gekaart.  Steeds met andere vrienden uit de bouwwereld. 

De hoekkast bij de ensuite-deuren in de eetkamer, stond vol met kaartpotten in blikjes. Van de inhoud ging men jaarlijks een keer op stap. Reisje, etentje, afhankelijk van het bedrag werd een keuze gemaakt. 

De andere hoekkast, in de voorkamer, was omgebouwd tot een volière met tropische vogeltjes. 

In de hoeken van de twee woonkamers, we hadden een eetkamer met kolenkachel en een voorkamer met gashaard, gescheiden door schuifdeuren, hingen kooitjes met kanariepietjes, waar ‘s avonds een theedoek overheen ging. 

Langs een van de wanden van de voorkamer, was een groot aquarium met tropische vissen in een meubel ingebouwd. We hadden een poedel, Curly en een rooie kater, Pimmetje. Op mijn kamer had ik een landschildpad en waterschildpadjes. Ja, bij mij thuis hielden we van dieren. 

Toen de muizenpopulatie, veroorzaakt door al die vogeltjes, uit de hand liep verkocht mijn vader z’n vogeltjes en nam hij een papegaai over van z’n kameraad. Die kon het beest met z’n aria’s en geklets niet meer om zich heen verdragen. Mijn vader vond het zielig en nam het beest in de kost. 

In de lege volière werd de grote papegaaienkooi geplaatst. Dat het beest opgesloten zat in een kooi vond m’n vader maar niks. Dus volière deur open, papegaai overdag op de bovenrand van de deur, krant eronder…. En zo verbleven wij met z’n allen in deze woning. 

U zult begrijpen, het was net het huishouden van Jan Steen. 

Onze hulp in de huishouding kwam twee hele dagen in de week om orde op zaken te stellen. 
Zij kwam ‘s morgens vroeg en ging na het avondeten weer met de bus naar huis. Een schaaltje eten (twee diepe borden tegen elkaar aan met een elastiekje eromheen) in haar tas, voor haar man, die thuis op haar zat te wachten. 
Ze heette To, maar wij noemden haar Bouw. Mijn brabbel naam voor buurvrouw. Toen ik leerde praten, woonde zij boven ons, in de Kinkerstraat. De bouwbouw dus...Ach wat een herinneringen... 

Mijn vader kwam uit een groot gezin en de meeste neven en nichten kwamen veel bij ons over de vloer. Mijn vader was familieziek. Echt. 

Hij genoot het meest met alles en iedereen om zich heen, fles oude jenever op tafel, voor de dames een citroentje met suiker en een schaaltje pinda’s en soms een plakje worst met augurk. 

Wat een verhaal over mijn ouderlijk huis en ons gezin hè. 

De komende dagen zal ik wat anekdotes vertellen over gebeurtenissen bij ons thuis. 

Met bovenstaand in uw achterhoofd, kunt u de verhalen beter plaatsen. Soms zijn ze hilarisch, soms niet.

In ons gezin was plaats voor iedereen. Mijn ouders waren vrijgevig, barmhartig en ruimdenkend. Maar het waren vooral gezellige mensen. Bij ons kon alles. 

Mijn ouderlijk huis, mijn familie...mijn bron van inspiratie voor mijn hele leven. Voor wie ik ben, wat ik ben en wie ik altijd zal zijn. 

Niet geïnteresseerd? Niet lezen. 
Nieuwsgierig? 
Nog even geduld. 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder


vrijdag 27 maart 2020

Samen

Lieve vrienden, 

Morgen zal het vrede zijn. De titel van een liedje van Marco Borsato. Zeker geen zanger waar ik fan van ben. Ik griezel van zijn stem en teksten. 

Maar ik las net een artikel en dacht : morgen zal het anders zijn. Zo kwam ik eigenlijk terecht bij Borsato. 

Als alles straks voorbij is en de mensheid nog bestaat, zal alles anders zijn. 
Dan zal ik vast niet meer dagelijks een stukje schrijven.

We kunnen elkaar weer ontmoeten en knuffelen. 
We zien dan aan elkaars gezicht of we iets leuk vinden of niet. 
We kunnen samen eten en drinken. 

SAMEN!!!

Hoe zou het gaan? De eerste keer weer bij elkaar komen? Wie mag z’n geannuleerde kroonjaarfeest het eerst vieren? Of is er een groot feest, net als in 1945 op de dag van de bevrijding? 
We weten het niet. 

In de huidige periode van isolatie en quarantaine, vraag ik me af hoe dat ging met de onderduikers tijdens de tweede Wereldoorlog. Niet alleen geïsoleerd, ook verborgen achter geheime deuren, op zolders, in kelders, kortom op duistere plekken met honger, angst en verdriet. 
Op dit moment kunnen we ons van hun situatie absoluut nog steeds geen voorstelling van maken. 
Wat hebben onze familieleden allemaal doorstaan?

Dan is er nu toch wel heel veel mogelijk voor al degenen, die min of meer gedwongen binnen zitten. 
De voorraden van de supermarkt zijn weer redelijk genormaliseerd. We beschikken bijna allemaal over apparatuur waarmee we contact kunnen houden met de buitenwereld. De computer of gewoon de telefoon. 

Het is toch allemaal wel fantastisch geregeld in ons land. 

Zowaar zie je jongeren op een andere manier contact met de medemens zoeken. Ze breken uit hun online bubbel, om eens op een andere manier te communiceren.

Creatieve jonge mensen plaatsen filmpjes, waarin een vraag gesteld wordt waar vrienden dan op kunnen reageren. 
Er ontstaat woord en wederwoord. Online of met een raam ertussen. Anderhalve meter, zingt Ali B. 

Kinderen rijden naar het verzorgingstehuis van hun ouders, waar ze niet in mogen. Toch zoeken ze contact per telefoon en gaan buiten staan zwaaien naar vader of moeder, opa of oma. 
Graag wil men in deze moeilijke, onzekere tijd, elkaar zien of horen. Vooral zien. 

Er is behoefte aan saamhorigheid, positiviteit en gezelligheid. 
Bij vele gezinnen ligt een legpuzzel op tafel. Er wordt weer thuis gegeten in gezinsverband. 

Zal de wereld ooit weer zo worden, als hij was voordat Corona z’n intrede deed? 

Ik denk het niet. Mensen doorlopen momenteel een strenge leerschool. Wie een fout maakt, merkt dat vanzelf. Wordt gecorrigeerd door z’n omgeving. We leren van onze fouten. Van egoïstisch denken, van voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Van te weinig voorraad in huis hebben, maar ook van te weinig voorraad in de ziekenhuizen. Van het onderwaarderen van zorgmedewerkers, die we vanaf moeten behandelen als helden. 

We zullen dankbaar zijn voor degenen, die ons dierbaar zijn. We zullen meer van elkaar houden dan ooit. We zullen elkaar respecteren. 

We zullen met saamhorigheid deze bijzondere periode doorkomen. Wees een beetje lief voor elkaar. Eén ding weet ik zeker:

Morgen zal het anders zijn! 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder

donderdag 26 maart 2020

Roodvonk


Lieve vrienden


HIER HEERST ROODVONK!!!

Een bord met deze tekst werd aan mij getoond, vlak voordat ik als klein meisje in quarantaine ging. 
Ik was ziek. Heel erg ziek en ik had een frambozen tong. 
Rode vlekjes en die tong. Keelpijn ook en hoge koorts. Roodvonk!!!!

Ik werd in afzondering geplaatst in de slaapkamer aan de voorkant van ons huis in Amsterdam. We woonden in een benedenhuis, dus mijn kamer lag aan het trottoir. 

De enige die bij me mocht komen, was mijn moeder. 
Zij legde af en toe een koud nat washandje op mijn koortsige voorhoofd. 
Mijn kleine meisjeshandjes werden in mijn ijldromen meegenomen door de hoge golven van de zee. In de zomer logeerden wij altijd in Wijk aan Zee en daar hadden we ook een “badkoets” op het strand. 
De soms hoge golven boezemden mij angst in. 
Mijn moeder pakte toen ik ziek was, mijn beide handjes stevig vast en zei dat ik het gedroomd had. Bang, ziek, klein meisje...Roodvonk!!!

De ziekte was drie weken op, drie weken af. Ik hoor het mijn moeder nog zeggen. 

Toen ik minder ziek werd, begon ik mij te vervelen. 
Mijn schooljuffrouw had een idee. 
Mijn klasgenoten gingen twee aan twee naar mijn huis en gingen met mij een spelletje doen. Gekke bekken trekken, dansen en springen voor het raam. In mijn nieuwe pyjamaatje van bubbeltjesstof stond ik met rode koontjes te genieten. Ik maakte tekeningen voor mijn klasgenoten, die omgekeerd tegen het raam geplakt werden. Zij namen soms een tekening voor mij mee, die ze door de brievenbus lieten glijden. 
Gelukkig is het goedgekomen, zoals u ziet. 

Hoe kom ik hier nu toch bij? 
Gisteren zag ik op Facebook een filmpje, van een kennisje werkend in haar kleine bedrijfje. Haar bedrijfje is gevestigd aan een straat met een trottoir. Haar bedrijfje heeft glazen deuren. 
Voor die deuren stond een vriendin van haar te dansen en te springen en te zingen. Het kennisje was gisteren jarig!!! Zij werd zo verrast en schreef bij het filmpje: “Veilig Vrolijk Vriendschap... in tijden van Corona. Meid, ik zie een film!!!!!”

Zo zie je, in tijd van nood worden mensen creatief, behulpzaam en aardig. Ze proberen zichzelf bezig te houden en daarmee een ander een genoegen te doen. Iemands dag op te fleuren, het verschil te maken. 

Gezien alle leuke, gezellige, warme en opbeurende reacties op mijn verhaaltjes, slaag ook ik daar momenteel goed in. Dus ik ga er gewoon mee door. Bent u me zat? Dan leest u het maar niet. Last van het eenzaamheidsvirus? Pak de telefoon en bel zelf ook eens iemand. 

Met een hoopvolle groet,

Rietje Stelder 


woensdag 25 maart 2020

Donald en Katrien

25 maart 2020

De vorige bewoonster van ons huis was jarenlang tuincolumniste bij weekblad Libelle. In een van haar columns, sprak ze over twee eenden in haar vijver.

Sinds dit huis ons thuis is, komt er in de lente ook een eendenpaar en dat terwijl we hier toch al 27 jaar wonen. 

We noemden hen meteen Donald en Katrien. Ze komen iedere dag een paar keer op het glas van de schuifpui tikken, kijken ons vragend aan en krijgen dan een broodje. 

Veertien jaar geleden, tussen twee honden in, plonsden er opeens 14 pulletjes vanuit een Rododendron, de vijver in. 
Het was een hele warme zomer en ze verdwenen uit onze vijver naar de beek op de hoek. 

Na enkele weken stond de beek door de warmte droog. De dierenambulance heeft de moedereend met haar goed gegroeide pullen naar de grote vijver getransporteerd.

Ieder jaar, als Donald en Katrien er weer zijn, vragen we ons af, of het dezelfde eenden of misschien een stel van de jongen zijn. Helaas is het ons tot op heden niet gelukt om de beesten een rood mutsje op te zetten. 

Op internet las ik dat eenden maximaal 30 jaar oud kunnen worden. Het zou dus zomaar kunnen.......

Ze hebben in ieder geval een ingebouwde klok en weten de weg, want als wij aan tafel gaan, komen ze aangewaggeld. 

Donald tikt tegen het raam en Katrien zit bij de achterdeur. Ze zijn een beetje verliefd en snavelen af en toe wat met en aan elkaar. Reuze gezellig allemaal. 

Vroeger ging ik met zoonlief naar de eendjes, nu komen de eendjes naar ons. 

Maar ja, “Ieder voordeel heeft z’n nadeel”, zei Cruyff. 
Ze halen iets en brengen het ook weer terug. Waar je het haalt, moet je het laten, zal ik maar zeggen. Het hele terras ligt vol met flatsen. 

We moeten geregeld schrobben. 

Over enkele weken zullen ze weer vertrokken zijn met of zonder nageslacht. 

Dan hopen we extra goed te kunnen schrobben. In ieder geval is het dit jaar weer gelukt om mee te maken dat de eenden gekomen zijn. 

De zon schijnt al een paar dagen en daar ben ik zo dankbaar voor. 
Uit de wind in het zonnetje is het heerlijk toeven. 

Even vergeet je hoe de boze wereld er op dit moment uitziet buiten de poort van onze tuin. De tuin, die zoals Nienke ooit zei, wel overdekt lijkt. 
De tuin, waarin de bijen zoemen, de mieren uit hun gangen komen en de vogels, gewend hard te fluiten om boven de bulderende vliegtuigen uit te komen, het mooiste concert geven dat ik op dit moment horen kan. 

Ik hoop dat de toestand in de wereld weer normaal wordt en we volgend jaar opnieuw gezond en met een glimlach op ons gezicht het terras moeten schrobben, nadat Donald en Katrien weer vertrokken zijn en dan kunnen denken: “Het leven is een mooi”.

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder 

dinsdag 24 maart 2020

Nachtmerrie

Lieve vrienden, 

Vannacht had ik een gekke gedachte. Ik herinner mij er flarden van. 

Wij wilden een treinreis maken. Zomaar, ver weg naar Rusland.

Mijn koffer ging ik pakken en ik stopte er alleen maar warme kleding in. Daarbij vooral regenponcho’s, regenhoedjes en vuurwerkbrillen. 

Ik wilde even een hoedje opzetten, maar het paste niet meer, want mijn haar, dat zo lang geworden was, had ik in een knot met een klem vastgezet. De haarpunten waren blonde slierten, maar dichtbij mijn hoofd was het haar grijs. 

Mijn nagellak was uitgegroeid op mijn veel te lange nagels. Nog even een nagelknipper en een vijl. Ik zocht, maar vond het niet in de kast vol Ibuprofen en afgekeurde mondkapjes en potten kapucijners. 

Plotseling realiseerde ik me dat ik nog kaarten op de bus moest doen met de tekst: Beterschap, houd moed....

Op de achtergrond hoorde ik Frans Halsema en Jenny Arean zingen: “Vluchten kan niet meer”.

Ik schrok wakker. Mijn hoofdkussen was vochtig. 

Gelukkig, het was maar een droom. 

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder

maandag 23 maart 2020

Mijn blog laRIEkoekjes

Lieve vrienden, 

Gisteren kreeg ik een paar vreemde mails, die ik niet wilde openen, want ik vertrouwde het niet. 
Opeens riep mijn lief me in z’n kantoor en liet me iets zien. 
Hij had een blog voor mij aangemaakt en wilde graag weten welke kop ik eraan wilde geven. Meteen antwoorde ik: laRIEkoekjes.
Verhaaltjes, die ik dagelijks schrijf over het wel en wee van een opgehokte COPD er. 
Verhaaltjes over nu, in Corona tijd, maar ook voor de tijd erna. Als we weer opkrabbelen uit de ellende en wakker worden uit de boze droom, die werkelijkheid werd. 
Mijn blog kunt u online lezen op www.lariekoekjes.com
Ik ga er nog mooie foto’s bij plaatsen, maar zover ben ik nog niet. Eerst wennen aan het idee. 
Sommige mensen vragen of ze mijn verhaaltjes mogen delen. Prima, maar vermeld dan wel mijn naam erbij. Ere wie ere toekomt hè. 
In de verre toekomst gaan we er een bundel van maken. Maar eerst deze surrealistische toestand overleven.

Ik maak me zorgen om mijn naasten. 
Mijn kinderen, de kinderen en kleinkinderen van mijn zus (voelt ook als mijn kinderen, omdat we er altijd voor elkaar waren in lief en leed, toen mijn zus er niet meer was) 
Mijn schoonmoeder van bijna 99 jaar, die geen bezoek meer mag ontvangen en van wie wij niet zeker weten of ze de situatie begrijpt. 
Alle kinderen zijn werkzaam in de zorg. Als arts, fysiotherapeut, diëtiste in een revalidatiecentrum.........
Ik hoop vurig dat ze niet besmet raken, want dan kan ik niet voor ze zorgen. Maar als ze het doorstaan, zijn zij straks immuun. 

Hoe trots kan een mens zijn, omdat de familie anderen probeert te helpen. 
Mijn emotionele incontinentie is voortdurend latent aanwezig. Ik prijs me gelukkig met mijn naasten en een warme golf van liefde stroomt door mijn lijf. Zometeen ga ik een lekkere cake voor ze bakken....
Samen komen we hier wel doorheen. 

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder 

zondag 22 maart 2020

Anderhalve meter

Lieve vrienden,

Zojuist kreeg ik van de overheid een noodoproep. Volg instructies van Rijksoverheid op! Houd anderhalve meter afstand. Bent u ziek? Blijf binnen! 

Gewoon in de kamer met een lekker kopje koffie hoef ik mijn best er niet voor te doen. Ik blijf binnen, ben niet ziek en mijn lief zit in de andere hoek van de kamer. 

De zon schijnt en achter glas lijkt het wel heel mooi weer. De magnolia’s bloeien en de kleine felblauwe bloemetjes van de Scylla knipogen naar me. 

De hele ochtend ben ik met mijn telefoon aan het rommelen geweest en val ik van de ene verbazing in de andere. 
Wat een heerlijk bezit en bron van amusement en narigheid. 
Gelukkig ben ik sedert een jaar of zes geen digibeet meer en kan ik lezen en schrijven met dat apparaat! 

Maar eerst het ontbijt. Ik at een boterham met hagelslag, zonder hagelslag, want de hagelslag is weggehamsterd. Een zure onsmakelijke yoghurt, want ja, mijn eigen merk is......inderdaad! 
Gelukkig wel een heerlijke kiwi. De keiharde, die ik zo lekker vind, blijven gelukkig liggen. 

Toen zag ik in de krant op de telefoon foto’s, waarop de mensen in de file wandelen in het park. Anderhalve meter? Echt niet. 

In de bouwmarkt, op het strand zelfs in de file voor de milieustraten (afval wegbreng plek) . Wat een gekte. 

Ik voel me steeds veiliger in mijn eigen huis, waar ik bepaal, dat er niemand binnen mag. 
Mijn telefoon brengt mij ook de vrolijke dingen van de dag. 
Mijn creatieve vrienden hebben op Facebook een spel opgezet, waarbij iedereen die reageert, een lied van een artiest wiens naam begint met een toegewezen letter van het alfabet, mag plaatsen. 
Zo krijg je een unieke afspeellijst en klinken de meest bijzondere melodieën door de kamer. 

Gekke grappige foto’s worden gedeeld en ik krijg er warempel de slappe lach van. 

Er is een spel gestart, waarbij iedereen met 1 woord mag zeggen, waar hij of zij mij van kent. Er ontstaat een bonte rij herinneringen in mijn hoofd. 

Zometeen een tosti met kaas. Een feestje. 
Straks als de zon op het terras staat, zal ik lekker in het zonnetje buiten gaan zitten. Desnoods met een plaid over de benen. Want de vitamientjes van de zon zijn gelukkig niet weggehamsterd. 

Met hoopvolle groet, 

Rietje Stelder


Hoe zou het met Corry zijn?


Lieve vrienden, 

Een vriendin appte mij een verhaal in reactie op mijn column. 

Ze vertelde: 

Rietje, bij mij komt al jaren een oud vrouwtje aan de deur. 
Ze heet Corry en is van het Leger des Heils. 
Ze loopt met een hele oude rollator. 
Ze kwam in de bloedhitte van de zomer en de gladdigheid van de winter. 
Dus weer of geen weer, ze stond er om mij haar verhaal te vertellen. 
De laatste tijd met een pruik op van een goedkope winkel. 
Als ik niet thuis ben, vertelde mijn vriendin, ligt er een briefje: 
“Corry was hier.”

Corry vertelde dat er slechte tijden aan zouden komen. Met ziektes, die dood en verderf zouden zaaien, maar de mensen ook weer bij elkaar zouden brengen. 

Mijn vriendin lachte het weg. Die Corry, dacht ze. 

Nu komt Corry niet meer. Zou zij nog leven? Waar zou ze zijn? We hopen dat het goed met haar gaat. 

Wat zou het fijn zijn, als we allemaal een beetje op elkaar letten. Elkaar een beetje in de gaten houden. 

Wanneer bij mijn overburen de gordijnen langer dan normaal, gesloten blijven, begint het te kriebelen.... zal ik al? Nee, nog even wachten. Straks nog even kijken. Dat straks is over vijf minuten. 
Ik maak me veel te snel zorgen, ik weet het. Mijn karakter….

Verbijsterd ben ik, als ik lees dat iemand langere tijd dood in huis gelegen heeft. Of uren onder aan de trap met botbreuken. 
Nu, in deze onzekere tijd, moeten we meer op elkaar letten. 
Mensen erop aanspreken, als ze zich niet aan de regels houden en daardoor elkaar, maar ook anderen in gevaar brengen. 
Alarm slaan, als we “het niet pluis gevoel” krijgen. 
Een telefoontje naar een familielid of de hulpdiensten is immers zo gepleegd. 

Doe eens een briefje in de bus bij iemand waarvan je weet, dat hij of zij eenzaam is. Gewoon als bewijs dat je aan diegene denkt. 
Een pannetje soep neerzetten voor de deur van een bejaarde buurman. Of een rondje met de hond, van iemand die niet naar buiten mag. 
De sociale contacten mogen momenteel dan niet fysiek zijn, maar laat weten, dat je iets kunt betekenen in deze onzekere tijd. 
Loop niet zomaar iemands deur voorbij, maar doe een briefje in de bus. 
Net als Corry. 
“Corry was hier”.

Of stuur mensen een dagelijkse column toe. Je hoort vanzelf of ze jouw hersenspinsels zat zijn. 

Dan weten de mensen dat je even aan ze dacht en zal er ook aan jou gedacht worden, wanneer je even niet kunt komen. Even niet kunt schrijven. Er even niet was…

Een teken van leven geeft hoop voor de toekomst. Pas op elkaar en doe lief! 

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder


De wereld op zijn kop



Lieve vrienden,

Allang was het onrustig op onze planeet.
Aardbevingen, de extreme bosbranden in Australië.
De vele regen en harde windvlagen, die ons land een afranseling gaven in de afgelopen winter. Vorig jaar was het hier nog extreem droog, nu staat alles zompig te zijn.
Wat te denken van de sprinkhanenplaag, die Oost Afrika kaalvreet.
De huizenprijzen waren extreem hoog en werden steeds hoger.
We zagen hordes toeristen die ons land overspoelden en de totale gekte die over de mens gekomen was.
Mensen die zich als vakantiegangers opeens naar alle hoeken en gaten van de wereld moesten begeven.
Dat kon toch niet zo door blijven gaan.
De allerrijksten, die meenden zich zaken te kunnen veroorloven, die een normaal mens niet kan verzinnen.

Is het dan niet wonderlijk hoe de natuur gewoon haar gang gaat in deze wereld, die nu totaal op zijn kop staat.

Hoe de zon ook vandaag weer een poging deed om te schijnen.
Een kleine beetje licht wilde geven in deze donkere gure dagen van angst en paniek.

Zie de tulpen en andere bolgewassen die gewoon weer bloeien om kleur te geven aan onze tuinen.
Vogels die takjes verzamelen om een nest te bouwen
Vogels die ons wekken door elke ochtend weer hun eigen liedje te zingen

Minder auto's, geen spelende kinderen, geen mensen die gehaast naar hun werk gaan. Cafés en restaurants zijn gesloten.
Het is sinds afgelopen weekend een wereld van verschil en niet alleen in ons land. Er gaan nog nauwelijks vliegtuigen over.
Wat een stilte.

Ik hou van die stilte
Zonder de altijd aanwezige achtergrond ruis.
Ik verwonder me dagelijks over alle veranderingen.
Alle hierboven beschreven problemen, zijn plotseling niet meer belangrijk.

Het gaat nu over een gebrek aan mondkapjes en het gebrek aan beademingsapparatuur. Over het wel of niet sluiten van alle winkels.
Ik lees in de krant dat het nog weken duurt, voordat de 200.000 Nederlanders die in het buitenland zijn, gerepatrieerd zijn. Als dat al mogelijk is.
Sommigen werden totaal verrast, anderen hadden het kunnen weten. “Was dan niet gegaan, eigenwijs”. denk ik. Maar ja,.....
Zojuist las ik nog in een column in de krant, dat zoveel ouderen, 70+, roepen: Nee hoor, ik ben nog zo goed en vitaal... ik ga wel.......
Realiseren zij zich niet dat zij de overbrengers van het virus kunnen zijn? Zij zijn bevattelijk, pakken het op en geven het door. Weliswaar zonder het te weten, maar toch..... Eigenwijs!!!! 
Sociale quarantaine, betekent niet op bezoek bij anderen.
Komt het verstand dan toch niet met de jaren???
Slechts het gesloten houden van onze voordeur voor bezoekers kan het gevaar buiten houden, als het tenminste nog niet bezorgd is, samen met een goedbedoeld bezoekje. De columnist ging er met gestrekt been in, net als ik nu. 

De wereld staat op zijn kop.
We nemen afscheid van vaste routines en houden vast aan hoop.
Toen ik daarnet naar de keuken liep, zei ik hardop: “ morgen is alles weer normaal” tegen beter weten in.

Zonder de dagelijkse routine brengen wij de dagen door.
Terwijl wij structuur nodig hebben om goed te functioneren.
Ouders schelden op de kinderen, die niet naar school kunnen. Echtparen maken ruzie.
Met z’n allen ondergaan we de noodzakelijke ophokplicht.
De oververmoeide minister van zorg, zakt tijdens een debat in elkaar en legt zijn functie neer.

Omhuld met een dodelijk waas draait de wereld door en we kunnen niet anders dan alles laten gebeuren. We hebben geen wapens.

Blijven ademen, vertrouwen houden en hopen op het beste.

We zoeken steun, bieden steun en helpen zonder bij elkaar te komen, ieder op zijn eigen manier.
Het leven vertraagt en we hebben elkaar harder nodig dan ooit tevoren. 

Vanmiddag kreeg ik een appje van een vriendinnetje: 

Lieve Rietje, ik heb iets op de deurmat bij de voordeur neergelegd. Geniet ervan. XX N.
Twee prachtige bossen tulpen lagen op mij te wachten. Mijn emotionele incontinentie zorgde ervoor dat ik het weer niet droog hield.

Wees er voor elkaar
Wees lief
Blijf hoopvol
Wees het zonnetje dat een beetje licht geeft in deze donkere dagen

En kijk hoe al het moois gewoon doorgaat
Hoe de natuur zich hier doorheen slaat
Verbaas je
Verwonder je
En verlies nooit de hoop
We komen hier ook weer doorheen
Samen

Met hoopvolle groet,

Rietje Stelder