maandag 22 maart 2021

Geen beroep maar een roeping

Lieve vrienden, 

 

Hebben jullie dat nou ook? Je ziet iemand zijn of haar beroep uitoefenen en denkt, mijn hemel, dat is geen beroep, maar een roeping. 

Ik heb er zomaar een paar voor handen. 

 

Pedicure! 

In een eerder schrijfsel verhaalde ik al waarom. 

 

Schoonheidsspecialiste. 

De huid van een ander reinigen en allerlei vieze dingen verwijderen, zoals mee-eters en dikke zwarte haren. En dan de rimpels volstoppen met veel te dure crème en vertellen dat het écht werkt. En maar wrijven. Brrrrr, niks voor mij. 

 

Kapster. 

Ook zoiets. Dames, die leuk steil haar hebben en persé een permanent willen om een boblijn van hooi op hun hoofd te creëren. 

Ik zou het weigeren. Als ik iemand echt mooi kan maken, dan niet op een manier uit het jaar nul. 

Net zo goed, als dat ik geen blauwe shampoo zou gebruiken op grijze duifjes. 

Kersenrood verven? Nee hoor. Gaat u maar naar de buurman. 

Dus dit is geen beroep voor mij. Ik zou constant ethische bezwaren hebben. 

 

Wat nog veel erger is: kapster in een bejaardenhuis. 

Ik moet er werkelijk niet aan denken. 

Kinderen die hun oude moeder brengen en vragen om een knipbeurt en permanentje. 

Het al heel lang niet gewassen haar van het oude mensje, jeukt je tegemoet. 

Terwijl ze naar het plafond staart, vraagt ze: “Waar ben ik?”

“Bij de kapper”. 

“Dat kan niet, want ik heb geen jas aan”. 

“Jawel, uw haren worden gewassen en geknipt”. 

“Nee!!!! Dat is pas gedaan”. 

 

Ze is te oud en te broos om deze behandeling te ondergaan. 

Maar ja, de kinderen…. Zeg dan maar eens, dat je het niet doet. 

 

Het innerlijke gevecht dat je dan voert, is hetzelfde als toen je jouw peuter voor het eerst achtergelaten had bij de peuterspeelzaal. 

Je wilt het niet, maar het moet. Want de omgeving vindt dat het nodig is. 

Nog hoor je het kind huilen. Ik wil naar m’n moeder!!!!!!!

 

Nu ben je de leidster van de peuterspeelzaal. 

“Ze komen u zo weer halen…. 

“Het verdrietige mensje is al ingedommeld en je knipt een plukje te veel, doordat haar hoofd opzij valt...

Wat een roeping!

 

Nee dan stewardess. 

Lekker aangeschoten vreemdelingen voorzien van het natje en droogje, braaksel opruimen, uitgescholden worden voor rotte vis en dat alles met een glimlach. 

 

Een droombaan. 

Aangekomen in den vreemde mag je een dagje of nachtje in een hotel slapen en tegen de wijzers van jouw biologische klok in, vlieg je huiswaarts om tijdens de vlucht over expres uitgestoken benen te struikelen. 

 

Zeg Rie, dat deed jij vroeger toch ook? 

Ja, maar toen was het nog vooral glitter en glamour. 

Want vroeger was alles beter. 

Toen waren de oudjes nog jong en de jongeren nog welopgevoed. 

 

Want de moeders waren nog moeder en de vaders droomden nog van af en toe van een papadag. 

En kinderen waren nog kinderen. 

Zij moesten niets en mochten nog spelen. 

En daarmee bedoel ik niet op een viool. Of met de Atari spelcomputer. 

 

Oh, bestaat die niet meer? 

Ach ja, ik ben niet zo op de hoogte van al dat moderne gedoe. 

 

Met hoopvolle groet en blijf gezond, 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten